B3 H5.1 Oplossen met tabellen

inkomsten = 12,50 + 3,25 x tijd
tijd in uren
Welke inkomsten horen bij tijd = 0
A
12,50
B
25,5
C
65,75
D
28,50
1 / 24
volgende
Slide 1: Quizvraag
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

inkomsten = 12,50 + 3,25 x tijd
tijd in uren
Welke inkomsten horen bij tijd = 0
A
12,50
B
25,5
C
65,75
D
28,50

Slide 1 - Quizvraag

inkomsten = 12,50 + 3,25 x tijd
tijd in uren
Welke inkomsten horen bij tijd = 7
A
30,25
B
35,25
C
63,75
D
37,75

Slide 2 - Quizvraag

inkomsten = 12,50 + 3,25 x tijd
tijd in uren
Welke inkomsten horen bij tijd = 5
A
12,50
B
25,5
C
65,75
D
28,75

Slide 3 - Quizvraag

Welk bedrag staat onder 3 km ?
A
13,20 euro
B
10,20 euro
C
17,20 euro
D
9,20 euro

Slide 4 - Quizvraag

bedrag(euro) = 3 + 2,40 x afstand (km)
Welke inkomsten horen
bij afstand = 0 km
A
12,50 euro
B
9,80 euro
C
7,80 euro
D
3,00 euro

Slide 5 - Quizvraag

bedrag(euro) = 3 + 2,40 x afstand (km)
Welke inkomsten horen
bij afstand = 2 km
A
12,50 euro
B
9,80 euro
C
7,80 euro
D
3,00 euro

Slide 6 - Quizvraag

bedrag(euro) = 3 + 2,40 x afstand (km)
Welke inkomsten horen
bij afstand = 6 km
A
13,50 euro
B
19,80 euro
C
17,40 euro
D
30,60 euro

Slide 7 - Quizvraag

Na hoeveel uur zijn de kaarsten even lang?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 8 - Quizvraag

Welke kaars is het snelst opgebrand?
A
witte kaars
B
zwarte kaars

Slide 9 - Quizvraag

Hoe lang is de witte kaars na 6 uur branden?
A
8,5
B
3,5
C
4
D
1

Slide 10 - Quizvraag

Hoe lang is de zwarte kaars na 2 uur branden?
A
9
B
3,5
C
7,5
D
1

Slide 11 - Quizvraag

Conclusie:

tabellen kun je gebruiken als je twee formules met elkaar gaat vergelijken. 

Slide 12 - Tekstslide


Je maakt bij elke formule een tabel en bekijkt de gegevens.

Slide 13 - Tekstslide

Uitleg: oplossen met grafieken
  • Formules vergelijken in grafiek
  • 2 formules in 1 grafiek
  • Lineaire grafieken
  • Rechte lijnen 
  • Snijpunt: de lijnen kruizen
       elkaar
Na hoeveel uur verdienen ze evenveel?

Slide 14 - Tekstslide

Wat betekent een snijpunt in een grafiek?

Slide 15 - Woordweb


A
NEE, het is 12,45
B
JA, het is 26,40

Slide 16 - Quizvraag




Vul voor tijd 8 in. Is de uitkomst €26,40 ??
A
NEE, het is €40,35
B
JA, het is €26,40

Slide 17 - Quizvraag




Welk getal moet je voor tijd invullen om
€26,40 te krijgen?
A
4
B
6
C
7
D
5

Slide 18 - Quizvraag


A
JA, er komt 199,58 uit
B
NEE, er komt 239,50 uit
C
NEE, er komt 229,50 uit
D
NEE, er komt 219,50 uit

Slide 19 - Quizvraag


A
€219,50 is te veel, dus minder dan 150
B
€219,50 is te weinig, dus meer dan 150

Slide 20 - Quizvraag

Vul voor afstand (km) 100 en bereken de huurprijs. Komt er 199,58 uit?
A
Ja, er komt 199,58 uit
B
Nee, er komt 188 uit
C
Nee, er komt 178 uit
D
Nee, er komt 198 uit

Slide 21 - Quizvraag

Vul voor afstand (km) 125 en bereken de huurprijs. Komt er 199,58 uit?
A
Ja, er komt 199,58 uit
B
Nee, er komt 199,50 uit
C
Nee, er komt 197,58 uit
D
Nee, er komt 198,75 uit

Slide 22 - Quizvraag

Vul voor afstand (km) 126 en bereken de huurprijs. Komt er 199,58 uit?
A
Ja, er komt 199,58 uit
B
Nee, er komt 199,50 uit
C
Nee, er komt 197,58 uit
D
Nee, er komt 198,75 uit

Slide 23 - Quizvraag


A
100
B
125
C
126
D
150

Slide 24 - Quizvraag