H6 Maatschappelijke positie en burgerschap

H6 Maatschappelijke positie en burgerschap


1. Hoe verklaar je verschillen in maatschappelijke positie tussen Nederlanders met een migratie-achtergrond en autochtonen?
2. Hoe zien we de toekomst van de Nederlandse pluriforme samenleving?
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H6 Maatschappelijke positie en burgerschap


1. Hoe verklaar je verschillen in maatschappelijke positie tussen Nederlanders met een migratie-achtergrond en autochtonen?
2. Hoe zien we de toekomst van de Nederlandse pluriforme samenleving?

Slide 1 - Tekstslide

maatschappelijke positie
Iedereen heeft een maatschappelijke positie, dat is de plaats die je in de samenleving inneemt. 

We noemen dit ook wel de sociaal-economische positie omdat hij meestal bepaald wordt door je baan of salaris.

Een arts heeft een hoge maatschappelijke positie, iemand die werkloos is vaak een lage.

Slide 2 - Tekstslide

Stand van zaken
Mensen met een niet-westerse migratie-achtergrond:
- hebben vaak een lager opleidingsniveau
- zijn vaker werkloos

Dit verandert wel, steeds meer 2e en 3e generatie migranten hebben een hoger opleidingsniveau en en hogere maatschappelijke positie.

Slide 3 - Tekstslide

Waar komt het door?
- Soms spreken migranten thuis geen Nederlands daardoor hebben hun kinderen vaak een taalachterstand.
- migranten zijn vaak lager opgeleid en kunnen hun kinderen daardoor niet altijd helpen met schoolwerk.
- migranten wonen vaker in woonwijken waar meer migranten wonen. Hierdoor krijg je 'zwarte' en 'witte' scholen. 

Slide 4 - Tekstslide

Verschillende visies 
Je kunt op verschillende manieren kijken naar burgerschap:

- Juridisch burgerschap: je bent burger van een land als je de nationaliteit (paspoort) van dat land hebt.
- sociologisch burgerschap: wat vinden we als samenleving belangrijk voor onze burgers? Wat verwachten we van ze?

Slide 5 - Tekstslide

1. Dezelfde waarden en normen
Deze visie geeft aan dat je alleen met veel culturen samen kunt leven als mensen bepaalde normen en waarden hetzelfde hebben.  Nieuwkomers moeten deze normen en waarden leren en de taal leren.

"Integratie is je aanpassen en erbij willen horen"

Slide 6 - Tekstslide

2. Kleurrijk Nederland
Visie 2 geeft aan dat mensen zich niet heel sterk aan hoeven te passen. Er is niet 1 dominante Nederlandse cultuur maar veel verschillende identiteiten. Je moet verschillen accepteren en respecteren.

"Integratie komt van twee kant: iedereen past zich aan"

Slide 7 - Tekstslide

3. Wereldburgerschap
Visie 3 gaat nog een stapje verder: je leeft en denkt niet alleen vanuit je eigen cultuur maar je staat ook open voor invloeden van andere culturen. Openheid van grenzen en een open internationale arbeidsmarkt.

"De wereld is onze woonplaats"

Slide 8 - Tekstslide

Nederlandse overheid
Het beleid van de Nederlandse overheid komt overeen met visie 1: dezelfde waarden en normen. 

Burgers moeten zelf zorgen voor werk, een huis en het leren van de taal en Nederlandse cultuur. Als dat niet lukt krijg je hulp. 
Nederland is een participatiesamenleving: iedereen moet actief meedoen zodat het goed gaat met de samenleving.

Slide 9 - Tekstslide

Inburgeren
Nederland heeft een streng toelatingsbeleid. Als je Nederlander wilt worden moet je inburgeren. Dat betekent dat je de taal, geschiedenis, cultuur en regels moeten leren van het land waar je gaat wonen.

Mensen van buiten de Europese Unie krijgen 3 jaar de tijd om hun inbugeringsexamens te halen. Dan pas krijgen ze een definitieve verblijfsvergunning.

Slide 10 - Tekstslide