READING Versie A Tekst 1.
1. C
2. C
3. Twee antwoorden met de volgende strekking:
- Hij zag ze / twee paar rode ogen.
- Hij hoorde ze geluid maken.
4. Twee antwoorden met de volgende strekking:
- Hij gebruikte zijn shirt om te zwaaien / als een vlag
- Hij probeerde via een tabaksblikje lichtsignalen te
zenden/te seinen.
5. C
6. A (SV)
C / vb B
Tekst 3
A / vb C
Tekst 4
B / vb A (SV)