Hoe gedragen wij ons in de werkplaats?

Hoe gedragen wij ons in de werkplaats/klusschuur?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoe gedragen wij ons in de werkplaats/klusschuur?

Slide 1 - Tekstslide

Les van vandaag: Gedragsverwachtigingen in de klusschuur/werkplaats.

Doel van de les: Aan het eind van de les weet jij waarom er gedragsverwachtigingen in de werkplaats zijn.

Oefening: Klassikaal bespreken wij de gevaren in de werkplaats.

Evaluatie: Wat weet je nu over de gedragsverwachtigingen in de klusschuur/werkplaats?

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn onveilige situaties in de werkplaats?

Slide 3 - Woordweb

Wanneer mag je werken met elektrisch gereedschap?
A
Als ik nog genoeg vingers over heb om de machine te bedienen.
B
Als ik de veiligheidsles goed heb afgerond.
C
Als ik de veiligheid instructie van de machine heb gehad.
D
Als ik toestemming heb van de leerkracht.

Slide 4 - Quizvraag

  • Het is belangrijk om eerst de veiligheidsles te hebben gemaakt en het daarbij behorende certificaat heb gehaald. Dit zodat je weet wat de regels zijn.
  • Als je de instructie hebt gehad over de machine, omdat je dan weet hoe je er veilig mee kan werken, bekijk ook de instructiekaart. Ben je iets vergeten? Vraag het je leerkracht.
  • Altijd toestemming vragen van je leerkracht, de leerkracht schat in of jij of de omgeving veilig genoeg is om met machines te werken.

Slide 5 - Tekstslide

Waarom leggen wij spullen en gereedschappen op de juiste plek terug?
A
Dit is omdat je dan overzichtelijk en veilig kunt werken.
B
De leraar is een luie donder en heeft geen zin om op te ruimen.

Slide 6 - Quizvraag

Gebruik tijdens het werken alleen de gereedschappen die je op dat moment nodig hebt en leg de rest op de juiste plek terug. Zo houd je je werkplek overzichtelijk en veilig. Door rommel raak je het overzicht kwijt en is dat kans op een ongeluk véél groter.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe bewegen we ons in de werkplaats?
A
rustig en beheerst
B
We rennen, zo krijgen we ons werk sneller klaar.

Slide 8 - Quizvraag

In de lokalen lopen wij ipv rennen. Dit doen wij omdat het gevaarlijk is. Met lopen heb je meer controle.

Als je valt kan er namelijk veel misgaan, niet alleen met je zelf maar ook met een ander. 

Een ander kan ook schrikken terwijl deze staat te werken met een machine, of jij valt met scherp gereedschap of tegen een machine aan.

Conclusie: We lopen in de werkplaats.

Slide 9 - Tekstslide

Gooien met materiaal of spullen, hoe klein ze ook zijn....
A
mag, ik kan goed gooien en dan hoef ik niet te lopen..
B
mag, zo oefen ik met raak gooien. Helpt me bij mijn sport.
C
is gevaarlijk, daarom leggen wij de spullen neer.
D
is gevaarlijk, een ander kan er van schrikken en het wordt een rommel.

Slide 10 - Quizvraag

Gooien met spullen, hoe klein ze ook zijn, is gevaarlijk. Je krijgt er een rommel van, zoals we net hebben geleerd, is dat gevaarlijk.

Ook kan er iemand van schrikken, of zich verwonden. 
Daarom leggen wij de spullen altijd netjes weg. We hebben samen de verantwoordelijkheid voor onze eigen veiligheid en de veiligheid van een ander.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Waarom houden wij ons altijd aan de aangegeven veiligheidssymbolen?
A
Iemand is er druk mee geweest ze te maken, is dan wel zo netjes.
B
Dit is voor onze eigen veiligheid.
C
Veiligheidssymbolen? Is dat niet omdat jullie denken dat het cool is?
D
Omdat jullie leerkrachten dat graag willen.

Slide 13 - Quizvraag

  • Bij iedere machine horen veiligheidssymbolen. Die zijn er voor je eigen veiligheid.
  • Ieder symbool staat ergens voor. Houd je hier aan, je moet langer mee dan alleen vandaag..
  • Verplicht stoppen wanneer je het moeilijk vind je aan de veiligheidsvoorschriften te houden

Slide 14 - Tekstslide

Wat weet je nu over de veiligheid in de klusschuur/werkplaats?

Slide 15 - Tekstslide