In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Inventarisatie en derving
Slide 1 - Tekstslide
Na deze les:
weet je waarom een goede inventarisatie belangrijk is
weet je dat goed inventariseren niet zo eenvoudig is
Slide 2 - Tekstslide
Inventarisatie wat is dat
Balansen
Voorraad telling
Slide 3 - Tekstslide
Is een inventarisatie verplicht?
A
Ja het moet van de directie
B
Nee het hoeft niet
C
Ja het is verplicht voor de belastingdienst
D
Nee, niemand kan je dat verplichten
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Derving is het verlies van geld of goederen. Noem een aantal oorzaken van derving.
Slide 16 - Open vraag
DERVING
Slide 17 - Tekstslide
Derving
Derving =
Het verschil tussen de werkelijke voorraad en de administratieve voorraad.
Slide 18 - Tekstslide
Voorkennis: In het magazijn liggen 12 dozen met drinkflessen. Dit is de:
A
Werkelijke voorraad
B
Administratieve voorraad
Slide 19 - Quizvraag
Bekende / onbekende derving
Onbekende derving of niet-geregistreerde derving.
Niemand weet waar de goederen zijn gebleven.
Bekende derving of geregistreerde derving.
Oorzaak derving bekend.
Slide 20 - Tekstslide
Niet criminele derving
Er is per ongeluk derving ontstaan.
- Goederen niet goed gecontroleerd.
- Per ongeluk een doos kapot laten vallen.
Slide 21 - Tekstslide
Criminele derving
Er is met opzet derving ontstaan.
- Diefstal
- Met opzet iets kapot maken (Vandalisme)
Slide 22 - Tekstslide
Je werkt in een groothandelsbedrijf voor de supermarkt. Er is zojuist een lading kratten met appels binnengekomen. Bij het weglopen neemt de chauffeur zonder het te melden een appeltje mee voor onderweg. Dit is: