3m - les 3 - H4.3 Werken met gevaarlijke stoffen

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar
- Laptop
- Binas
- Telefoon in ZAKKIE
- Jas uit en over je stoel
- Naambordje

Slide 2 - Tekstslide

Wat neem je mee?
- Boek
- Laptop
- Geo
- Rekenmachine
- Pen/potlood/gum
- Ruitjesschrift of ruitjespapier in de multomap
- BINAS

Slide 3 - Tekstslide

Op een product staat het
volgende symbool.
Wat betekent dat?

Slide 4 - Open vraag

Leerdoelen
Je kunt zeven gevaren beschrijven die stoffen voor mensen kunnen opleveren.

Je kunt de informatie toelichten die je op etiketten en veiligheidskaarten tegenkomt.

Je kunt de betekenis uitleggen van pictogrammen of symbolen op gevaarlijke stoffen.


Slide 5 - Tekstslide

Informatie op etiketten

Slide 6 - Tekstslide

Stofnaam en concentratie
Bij een oplossing staat de concentratie van een stof vermeld.

Bij schoonmaakazijn met een concentratie van 5% is 5% azijnzuur en 95% water

Slide 7 - Tekstslide

Gevarensymbolen

Slide 8 - Tekstslide

H- en P- zinnen
H: Hazard = gevaar.
 Een H-zin geeft aan voor welk gevaar je moet oppassen

P: Precaution = voorzorgsmaatregel. 
Een P-zin geeft aan welke voorzorgsmaatregel je moet nemen als je met de stof werkt.

Slide 9 - Tekstslide

Gifwijzer
Als je een giftige stof binnenkrijgt kun je op de gifwijzer lezen wat je moet doen.

Slide 10 - Tekstslide

Milieubewust werken
Sommige stoffen zijn slecht voor het milieu en mogen niet in de afvalbak

Deze breng je bij het klein chemisch afval (kca)

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent dit:
A
Explosief
B
Schadelijk
C
Irriterend
D
Corrosief

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent dit:
A
Explosief
B
Schadelijk
C
Irriterend
D
Corrosief

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent dit:
A
Ontvlambaar
B
Brandbevorderend
C
Explosief
D
Corrosief

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent dit:
A
Ontvlambaar
B
Brandbevorderend
C
Explosief
D
Corrosief

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen
deze pictogrammen?

Slide 16 - Open vraag

Welke H- en P- zinnen horen bij elkaar?
H224
H240
H260
H301
H400
P210
P223
P235
P264
P270
P273

Slide 17 - Sleepvraag

Tip: 
Veiligheidspictogrammen staan in Binas tabel 31

Slide 18 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
  • T...

Slide 19 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 20 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 21 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide