Vluchten

Vluchten!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BrandweerBurgerschapskunde+1BasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

In deze les leer je gevaren in huis te herkennen en te voorkomen. Weet je hoe een brand zich ontwikkelt en waarom rookmelders zo belangrijk zijn? Je ontdekt wat je kunt doen om rookverspreiding tegen te gaan en hoe je op tijd in veiligheid kunt komen als er brand is in huis. De les heeft luister-, doe-, praat-, sleepopdrachten en open vragen. De les is daarmee afwisselend en interactief.

Instructies

Voorbereiding
Deze docentenhandleiding geeft een uitgebreide toelichting op de les- en leerstof en lesideeën. Handig om van te voren door te nemen.

Downloaden
Download voorafgaand aan de les de werkbladen om tijdens de les te maken en/of om mee naar huis te geven.

Instructies

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Vluchten!

Slide 1 - Tekstslide

Vertel:
We beginnen deze les met een filmpje.
In dit filmpje ontdek je de verschillende onderwerpen waar we in deze les dieper op in zullen gaan.
Na deze les
  • Herken je gevaren in huis
  • Weet je hoe een brand zich ontwikkelt
  • Weet je waarom je rookmelders moet   hebben en waar je ze ophangt
  • Kun je een vluchtplan maken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen van de les.
Zie slide.
Wat weet je nog van de film die we hebben bekeken?
timer
2:00

Slide 3 - Open vraag

Als je gebruikmaakt van devices in de klas, activeer de knop 'devices'. Er verschijnt een code. De leerlingen kunnen vanaf hun tablet naar de lessonup.app gaan of gebruik maken van de QR code om de getoonde code en hun voornaam in te voeren.
Als iedereen is ingelogd, dan kunnen de antwoorden worden ingevoerd.

Geef een beperkte tijd hiervoor. Is de tijd verstreken? Sluit de invoer en klik op 'toon antwoorden' om de antwoorden te bekijken en te bespreken.

Open vraag:
Vraag de leerlingen wat zij hebben onthouden uit de film.

In het filmpje komen de volgende aandachtspunten aan de orde:
  • De brandweer is er niet direct.
  • Zo snel mogelijk naar buiten.
  • Geen spullen meenemen.
  • Binnendeuren dicht.
  • Alarm rookmelder? Ga naar buiten en blijf laag bij de grond.
  • Niet met de lift.
  • Bel 112.
  • Oefenen.
  • Vluchtroute vrij van obstakels.
  • Brandweer blust de brand.

Slide 4 - Tekstslide

Je kunt veel doen om brand te voorkomen.
Maar als er toch brand komt? Het kan natuurlijk altijd gebeuren. Gemiddeld 1 op de 65 mensen maakt brand mee in zijn huis.

Introduceer Video:
In deze video zie je hoe een kleine brand zich in een paar minuten ontwikkelt naar een grote brand. Er is genoeg zuurstof. In beeld zie je de tijd meelopen en zie je de temperatuur oplopen. Let goed op de rookontwikkeling en hoe deze zich door de kamer verplaatst.
Er staan maar weinig spullen in deze woonkamer.

Bespreek:
Als er meer spullen in de kamer staan, ontwikkelt de brand zich dan sneller of langzamer? 
Antwoord:
De brand ontwikkelt zich sneller.

En als de ramen en deuren dicht zouden zitten? 
Antwoord:
De brand ontwikkelt zich langzamer.

Vertel:
Je zag hoe de rook zich eerst naar boven verspreidde, daarna verplaatste de rook zich van boven naar beneden in de ruimte. Rook is levensgevaarlijk, rook moet je niet inademen. Ga snel weg uit de ruimte en blijf laag bij de grond. De temperatuur is daar lager, je hebt meer zicht.

Slide 5 - Tekstslide

Vertel:
Om vuur te krijgen heb je drie dingen nodig.

Weet jij welke drie dingen?
Klik op het oog icoon om de 3 elementen zichtbaar te maken.
  1. Iets dat wil branden, dat noemen we een brandstof. Bijvoorbeeld: mos, papier, gas.
  2. Zuurstof,  zit in de lucht en is overal om je heen.
  3. Warmte. De temperatuur moet omhoog. In het filmpje zagen we dat door wrijving de temperatuur omhoog gaat.
Deze 3 elementen bij elkaar noemen we de branddriehoek.
 
Experiment:
Nodig: 
  • waxinelichtje (klein kaarsje/theelichtje);
  • glazen potje met metalen deksel;
  • een lange aansteker.
Stappen:
  • Zet het waxinelichtje op het metalen dekseltje.
  • Steek het waxinelichtje aan.
  • Als het kaarsje goed brandt, zet dan het glazen potje op de kop over het brandende kaarsje.
Wat gebeurt er? 
Antwoord: 
Het kaarsje gaat uit.

Waarom? 
Antwoord: 
Het vuur heeft geen zuurstof meer. 

Als je één van de zijdes van de driehoek weghaalt, gaat vuur uit.
Je kunt vuur dus doven door:
  • De zuurstof weg te halen. Bijvoorbeeld met de deksel van de pan, zand of een blusdeken.
  • De temperatuur naar beneden brengen door te blussen met water.
  • De brandstof weghalen door bijvoorbeeld de gaskraan te sluiten.
StelJe ontdekt de vlam in de pan. Wat doe je dan?
Antwoord: 
  • Je roept er een volwassene bij.
  • Je pakt een goed passende deksel en legt deze voorzichtig op de pan (bescherm jezelf tegen het hete vuur achter de deksel door deze van je af te schuiven over de pan).
  • Draai de warmtebron (kooktoestel zoals het gas of de elektra)uit.
  • Zet de afzuigkap uit.
  • Laat de pan staan totdat die helemaal is afgekoeld.
  • Als je vermoedt dat het vuur de afzuigkap in is gegaan: bel 112.

Vraag: 
Welke zijde van de branddriehoek heb je weggehaald bij de vlam in de pan? 
Antwoord: 
Zuurstof.

Vraag: 
Wat moet je nooit doen bij de vlam in de pan? 
Antwoord: 
Water op het vuur gooien. Water en vet samen geeft een enorme grote steekvlam.
Ga ook nooit met een brandende pan lopen.

Slide 6 - Tekstslide

Het is natuurlijk altijd beter om geen brand in huis te krijgen. 

Bespreek: 
Wat zijn de gevaren in deze woonkamer?
Antwoorden:
  • De nooduitgang is geblokkeerd door een fiets.
  • Een hoverboard wordt opgeladen voor de deur. Als door het opladen brand ontstaat, kun je er niet meer langs naar buiten vluchten.
  • Er zit geen vonkenvanger voor de open haard. Brandgevaar.
  • Er hangen vlaggetjes en er staat een stapel papier te dicht bij de open haard. Brandgevaar.
  • De nog warme lucifer, die is gebruikt om de haard aan te steken, is op de vloerbedekking gegooid. Brandgevaar.
  • De lucifers liggen op een laag tafeltje, makkelijk bereikbaar voor kleine kinderen. 
  • Er staan kaarsen op het lage tafeltje. Door spelende huisdieren en kleine kinderen kunnen ze makkelijk omvallen.
  • De frituurpan is aangesloten op een stekkerdoos in plaats van rechtstreeks op een stopcontact Deze pan vraagt veel stroom, hierdoor is er kans op overbelasting van de stekkerdoos.
  • Het snoer van de stekkerdoos is beschadigd. Gebruik deze niet meer. 
  • Struikelgevaar over losse kabels.
  • De telefoon wordt opgeladen op een kussen. Hierdoor wordt het toestel en het kussen te warm. Zo kan brand ontstaan.
  • De rookmelder is uitgeschakeld. Zo kan een brand niet snel worden ontdekt. 

Sleep deze rookmelders naar iedere verdieping op de juiste plek. 
Oei! In dit huis zijn nog geen rookmelders opgehangen!
Zolder
Verdieping
Begane grond
timer
1:30

Slide 7 - Sleepvraag

Vertel:
Oei. In dit huis hebben de bewoners nog géén rookmelders.
Als er nu brand uitbreekt, is de kans groot dat ze dit te laat ontdekken. Er is minder of zelfs geen tijd om jezelf in veiligheid te brengen. 

Vraag: 
Hoe weet je eerder dat er brand is?
Antwoord: 
Door rookmelders op te hangen.

Vanaf 1 juli 2022 is het verplicht om in huis op iedere verdieping rookmelders te hebben. 

Vraag:
Jij hebt 3 rookmelders gekocht. Wat vind jij de beste plek voor deze rookmelders? 
Denk goed na waarom jij die rookmelders op die plek wilt hangen.

Sleepopdracht:
Met de sleepopdracht, verplaats je de rookmelders naar de door jou gewenste plek. 

Let op bij deze sleepopdracht: 
De rookmelders hangen aan het plafond.
Als je ze goed plaatst, blijven ze 'hangen'.

Antwoord: 
We gaan zo kijken naar het advies van de brandweer. 

Het kan zijn dat het advies van de brandweer anders is dan jouw keuze. Dat wil niet zeggen dat jouw keuze fout is. Je hebt er een goede reden voor gehad om juist daar de rookmelders op te hangen.

Advies brandweer:
Hang de rookmelders op iedere verdieping in de vluchtroute. Dat is de weg waar je langs loopt om vanaf bijvoorbeeld je slaapkamer, naar buiten te komen.
Je kent deze route door en door omdat je hier iedere dag langs gaat. In een panieksituatie is de kans groot dat je deze route neemt.

In dit huis is de vluchtroute vanaf de hobbykamer op de zolder naar de buitendeur beneden.

Opmerking: Op deze tekening is de buitendeur niet in beeld gebracht!
 
Vraag: 
Heb jij een andere keuze gemaakt? 
Als je rookmelders ophangt op de plekken waar ook kans is op het ontstaan van brand, is dat ook een goede keuze, immers, hoe meer rookmelders in huis, hoe beter. 

Hier hang je géén rookmelders:
Maar hang géén rookmelders in de badkamer. Bij het douchen gaan ze door de stoom in alarm.

Hang ook géén rookmelder vlak boven je kooktoestel. Want als je bijvoorbeeld pannenkoeken bakt gaat de rookmelder steeds in alarm.




 
Soms hoor je een rookmelder niet!

Slide 8 - Tekstslide

Je hebt de rookmelders opgehangen. Maar kun je de rookmelder ook horen?
Klik op geluidsicoon.

Een rookmelder heeft onderhoud nodig.
Er zijn verschillende soorten rookmelders. In alle rookmelders zitten batterijen. Oók in rookmelders die op de stroom zijn aangesloten. Deze batterijen zorgen ervoor dat de rookmelder in alarm kan gaan. Oók als de stroom is uitgevallen.

Een batterij raakt leeg. Deze zal op tijd vervangen moeten worden. Sommige batterijen moeten na een jaar vervangen worden. Andere batterijen na 5 of 10 jaar. Alle rookmelders laten een geluid horen als de batterij bijna leeg is. 
  • Door op de testknop van de rookmelder te drukken weet je of het geluid (en de batterij) nog goed werkt.
  • De gemiddelde levensduur van de rookmelder zelf is 10 jaar. Vervang rookmelders op tijd.
  • Een rookmelder moet ook schoon gehouden worden. Ga met de stofzuiger langs de openingen in de rookmelder en zuig stof weg. Dan krijg je niet gauw valse meldingen.
Als je nu doof bent, hoe kan een rookmelder jou waarschuwen? 
Antwoord: 
Er zijn speciale rookmelders voor doven en slechthorenden. Door rookmelders te  koppelen aan een trilkussen wordt je wakker getrild, wanneer je dit trilkussen onder je hoofdkussen legt. Als de rookmelders óók zijn gekoppeld aan een melder met lichtflitsen, dan zie je dat er alarm is.

Het kan ook zijn dat jij heel vast slaapt en niet wakker wordt van het piepen van de rookmelder. Spreek dan thuis af wie jou komt waarschuwen.

Als er brand in huis is, is er ook rook. Door de warme lucht gaat de rook omhoog en komt de rook in de rookmelder. Hangt de rookmelder in de kamer waar de brand is, dan klinkt snel het alarm. Breng dan je jezelf, je huisgenoten en eventuele huisdieren in veiligheid .

Gekoppelde rookmelders
Stel jij slaapt op zolder. Beneden breekt brand uit. De rookmelder gaat in alarm. Als deze rookmelder is gekoppeld met de andere rookmelders in huis, dan weet je direct dat er onraad is. Je wordt op tijd gewaarschuwd. Want als één rookmelder alarm geeft, dan gaan ook alle andere rookmelders, waarmee ze in verbinding staan, in alarm.

Rookmelders redden levens!

Thuisopdracht:
Zijn thuis de rookmelders aan elkaar gekoppeld? Nee?

Test dan of de rookmelders overal goed hoorbaar zijn. Ook met de deuren dicht.

Wat denk je: Is het geluid zo hard, dat je wakker zal worden van het alarm van de rookmelder?
Waar gaat de rook naar toe?
Voordeur
Voordeur

Slide 9 - Tekstslide

Vertel:
Rookmelders redden levens.
We hebben in het filmpje van de brand in de woonkamer gezien dat het vuur zich erg snel kan ontwikkelen en dat daarbij dikke zwarte rook vrij komt. Door de warmte gaat de rook omhoog, en verspreid zich dan heel snel door de hele ruimte. De rook is erg giftig. Die moet je niet inademen.

Gelukkig zijn er rookmelders. Als je die hebt opgehangen kun je op tijd worden gewaarschuwd. Is er rook in de ruimte? Laag bij de grond is de meeste zuurstof, de temperatuur het laagst en heb je het meeste zicht. Blijf dus laag bij de grond als je een ruimte met de rook verlaat.

Opdracht:
Je ziet hier twee appartementen. Beide appartementen zijn gelijk. 1 woonkamer, 3 slaapkamers, 1 badkamer en een keuken. (Wijs aan).

Het is nacht. Je ligt te slapen in de slaapkamer direct naast de voordeur.
In de woonkamer breekt brand uit.
Bekijk de tekeningen goed.
In welke appartement heb je de meeste kans om de brand te overleven?

Appartement A met de binnendeuren open, of
Appartement B met de binnendeuren dicht.

In de volgende slide kun je het antwoord invullen. 
In welk appartement heb je de meeste kans om een brand te overleven?
A
Met de deuren open
B
Met de deuren dicht

Slide 10 - Quizvraag

In welk appartement heb je de meeste kans om een brand te overleven?

Antwoord:
In appartement B, waar de binnendeuren dicht zijn,  heb je meer kans om een brand te overleven.

Waarom zijn dichte deuren zo belangrijk? 
Antwoord: 
Met dichte deuren kan de hete giftige rook niet snel door het huis verspreiden.
Brand in een ruimte met gesloten deuren heeft minder zuurstof en kan minder snel groot worden.
Met de deuren dicht heb je ongeveer 10 minuten de tijd om veilig buiten te komen. Met de deuren open, minder dan ongeveer 3 minuten.
 

Slide 11 - Video

In deze video hoor je het telefoongesprek waarbij Jeroen de meldkamer belt. Zijn huis staat in brand. Hij heeft heel veel geluk gehad, want hij had geen rookmelders.
Maak een vluchtplan

Slide 12 - Tekstslide

Maak een vluchtplan
Een vluchtplan bestaat uit afspraken die je met elkaar maakt voor het moment dat er brand zou uitbreken bij jou in huis. 
Daar kun je vooraf in alle rust met elkaar over praten. Als je het vluchtplan met elkaar gaat oefenen, kun je kijken of alle afspraken goed werken.

Je bent dan allemaal goed voorbereid op een eventuele brand bij jou thuis.

Wat spreek je af in een vluchtplan?
Daar gaan we dieper op in met de volgende slide.
Wat spreek je af in een vluchtplan? 
Wie helpt wie
Welke route loop je naar buiten
Wie gaat de kat zoeken
Dat je de binnendeuren dicht houdt
Waar je buiten afspreekt
Waar de sleutels liggen
Wie de spelcomputer meeneemt

Slide 13 - Sleepvraag

Sleepopdracht:
Samen met je huisgenoten bespreek je een vluchtplan.

Welke onderwerpen zijn belangrijk in het vluchtplan?
Sleep de onderwerpen naar het juiste vak.

Antwoord:
Dit zet je in een vluchtplan:
  • Wie helpt wie? Niet iedereen kan zichzelf op tijd redden. Dus help elkaar.
  • Waar ga je langs? Als je niet via de normale weg meer kunt vluchten, waar kun je dan langs? Is er een balkon? Of via het raam?
  • Dat je de binnendeuren dichthoudt. Met de deuren dicht kan de giftige rook zich niet zo snel door het huis verspreiden. Je hebt dan meer tijd om te vluchten.
  • Waar je buiten afspreekt. Dan weet je zeker of je allemaal op tijd buiten bent. Ook als jij via de voordeur en je ouders via de achterdeur naar buiten zijn gegaan.
  • Waar de sleutels liggen. Want als je snel moet vluchten, dan moet je niet zoeken naar de sleutels. Hang de sleutels altijd dicht bij de deur. Op een vaste plek.
Dit zet je NIET in een vluchtplan:
  • Wie de kat gaat zoeken. Katten verstoppen zich soms. Als je hem moet zoeken dan kost dat tijd. Het is belangrijker om zelfs veilig op tijd buiten te zijn. Maar als je jouw huisdieren mee kunt nemen op je weg naar buiten, dan doe je dat natuurlijk!
  • Wie de foto's meeneemt. Ook dat kost heel veel tijd. Dus neem ze niet mee.

Slide 14 - Tekstslide

Video
Bekijk de video over het vluchtplan.

Vraag:
Wat ging er mis?
Antwoord: 
De presentator vergeet de deuren achter zich dicht te doen tijdens het vluchten. Hierdoor kan de rook zich nog sneller verspreiden en heb je minder tijd om te vluchten.
In het filmpje zegt de presentator dat je 6 minuten de tijd hebt, maar dat is in werkelijkheid ongeveer 3 minuten).

Kun je nog veiliger vluchten?  
Ga op je billen de trap af. De kans dat je valt wordt kleiner. 

Benadrukken n.a.v. filmpje: 
Zorg dat je de sleutel op een vaste plek dicht bij de deur hebt. Als je hem daar altijd ophangt of neerlegt, hoef je niet te zoeken.


Kun jij blindelings je weg naar buiten vinden zonder te struikelen?
timer
3:00

Slide 15 - Tekstslide

Lesidee:

Bespreek en oefen
Wanneer je samen een vluchtplan hebt gemaakt dan kun je met elkaar gaan oefenen om te kijken of alles in de praktijk ook werkt.

Ben jij binnen 3 minuten in veiligheid?
Met de spinner kun je een drietal leerlingen uitkiezen die deze oefening in de praktijk kunnen uitvoeren.
Met de kleine spinner kun je de rollen verdelen onder de deelnemers.
  • Geef de leerlingen een blinddoek  en spreek af wie wie gaat helpen.
  • Klik op het geluidsicoon om de rookmelder te laten piepen als start van de oefening.
  • Klik op de timer om de tijd mee te laten lopen.
Toelichting op oefening:
Spreek vóór het oefenen samen het vluchtplan af. 

De rollen:
  • Opa of oma is doof. Die hoort de rookmelder niet. 
  • Het kind is verstopt. Het kind geeft duidelijk hoorbaar antwoord zodra de vader of moeder zijn/haar naam roept. Het kind volgt de aanwijzingen op van vader/moeder.
  • Vader of moeder moet opa of oma én het kind meenemen naar de buitendeur (deur klaslokaal).
De oefening:
Vader/moeder zoekt een plek op in het klaslokaal.
Opa/oma blijft zitten op eigen plek.
Vader/moeder ziet waar opa/oma zich bevindt. Daarna zetten zij hun blinddoek op.
Het kind zoekt een plekje in de klas en ‘verstopt’ zich.

Start van de oefening:
Activeer de rookmelder in de presentatie door op het geluidsicoon te klikken.
Tegelijkertijd start je de stopwatch in de presentatie.

Is iedereen binnen 3 minuten veilig buiten?

Bespreek de leerpunten:
  • Hoe voelt het om zonder zicht je weg te vinden in de ruimte? Kon je je goed oriënteren? Als je in paniek bent, of je hebt rook ingeademd, is het lastig om je weg te kunnen vinden. Zelfs als je je eigen huis zo goed kent. Daarom oefen je de vluchtroute blind. Dan merk je direct of je ergens over struikelt.
  • Heb je gebruik gemaakt van je stem om je ‘kind’ te kunnen vinden? Was het makkelijk om op het geluid af te gaan? Door te praten kun je op het geluid afgaan en weet je wat je van elkaar kunt verwachten.
  • Opa/oma kon niks horen, hoe kun je duidelijk maken wat er aan de hand is? Aan de hand meenemen.
  • Bleven alle gezinsleden bij elkaar? Zorg dat je weet waar iedereen is en/of dat je samen afspreekt op een veilige plek buiten.
Oefen thuis ook het vluchtplan, samen met je broertjes en zusjes.

Ga naar buiten en blijf buiten!

Slide 16 - Tekstslide

Samenvatting:

In deze les hebben we geleerd wat je moet doen als je een brand ontdekt.
We nemen de stappen nog een keer door:
  • Je ontdekt brand.
  • Je waarschuwt gelijk je huisgenoten.
  • Je gaat weg uit de brandende ruimte en je kruipt onder de rook door. Daar is de meeste zuurstof en heb je het meeste zicht.
  • Doe de deur van de brandende ruimte dicht. Hierdoor kan het vuur en de rook zich minder snel verspreiden.
  • Woon je in een flatgebouw: waarschuw dan ook je buren en ga met de trap naar beneden. Niet met de lift.
  • Bel op een veilige plek 112.
  • Wacht buiten op de brandweer. Vertel waar ze moeten zijn, wat er aan de hand is en geef ze de huissleutels zodat ze naar binnen kunnen.
  • Eenmaal buiten, blijf buiten! De brand en de rook wordt namelijk steeds heter en steeds gevaarlijker.
Ook hebben we geleerd dat je met een vluchtplan en het oefenen hiervan, goed bent voorbereid op een eventuele brand bij jou thuis.

Wat vind jij belangrijk om thuis te vertellen over deze les?

Slide 17 - Open vraag

In deze les hebben we de volgende onderwerpen behandeld:
  • Gevaren in huis.
  • Ontwikkeling van brand.
  • Rookmelders.
  • Rookverspreiding.
  • Goed voorbereid met een vluchtplan.
Thuisopdracht:
We zijn hier op school mee aan de slag gegaan. En nu is het aan jullie om thuis te vertellen wat je hebt geleerd en om te checken hoe veilig je woont en leeft.


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Met deze poll zie je hoe de leerlingen deze les hebben ervaren.
Vraag ook naar tips om deze les eventueel te verbeteren.

Tips voor het aanpassen of verbeteren van de les kunnen worden gemaild naar:
brandweeropschool@brandweer.nl.