Kapitel 3 week 51

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Herzlich Wilkommen!

Start Unterricht:

Auf dem Tisch:

- Buch

- etwas zum schreiben

Ruhig quatschen bis der Unterricht anfängt.

Erste Stunde, Woche 51

0. Alle da? (absenties)

1. Lernziele dieser Woche + planner
2. Wiederhohlung Grammatik + Blooket Grammatik

3. 

3. Abschluss der Stunde

Oefen-opdracht

Situatie: Je studeert in Duitsland en een Duitse vriend komt op bezoek. Je schrijft hem een E-mail met informatie om bij jou te kunnen komen.

-> Maak een oefen-mail aan de hand van de aanwijzingen op de volgende dia.

De details mag je zelf bedenken:

• Bedenk uit welke stad je vriend komt. Bedenk spoortijden en een mogelijke overstapplaats. 
• Je krijgt een plattegrond van een willekeurige stad en bedenkt een plek in de stad waar je wilt afspreken. Zoek een route vanaf het station en beschrijf deze route zo duidelijk mogelijk. 

Mail moet maandag 9 december klaar zijn, zodat jullie de mails van elkaar kunnen beoordelen.

Schreibfertigkeit

Situatie: Je studeert in Duitsland en een Duitse vriend komt op bezoek.
1. Zorg voor een passende aanhef en zeg dat je het leuk vindt dat hij op bezoek komt;

2. Je stelt voor om elkaar te ontmoeten op  x-datum, om x-tijd, x-plaats

3. Beschrijf aan de hand van het reisschema (bron 1) hoe hij met de trein naar X moet komen (Hoe laat de trein vertrekt, vanaf welk spoor (Gl. - Gleis), waar hij moet overstappen, hoe laat hij in X aankomt);

4. Beschrijf de weg die hij lopend moet afleggen met behulp van de kaart, bepaal zelf een logische route (bron 2);

5. Zorg voor een passende afsluiting en groet.

Schreibfertigkeit

1. Zorg voor een passende aanhef en zeg dat je het leuk vindt dat hij op bezoek komt;

Hallo Thomas,

Lieber Thomas, (mannelijk persoon)

Liebe Sofie, (vrouwelijk persoon)

es (kleine letter) freut mich, dass du mich besuchen kommst. 

(let op: bijzin -> persoonsvorm achteraan)

Schreibfertigkeit

2. Je stelt voor om elkaar te ontmoeten op  x-datum, om x-tijd, x-plaats

ontmoeten/afspreken = sich treffen  (wederkerend werkwoord)

Wir treffen uns / Ich treffe dich / Sollen wir uns treffen?

... am Freitag, den 6. Dezember

Uhrzeiten?  ->   um 12.15 Uhr / um Viertel nach zwölf

Wie beschreibt man die Uhrzeit in Deutsch?

nach = over

vor = voor

halb = half

viertel = kwart

Schreibfertigkeit

3. Beschrijf aan de hand van het reisschema (bron 1) hoe hij met de trein naar X moet komen (Hoe laat de trein vertrekt, vanaf welk spoor (Gl. - Gleis), waar hij moet overstappen, hoe laat hij in X aankomt)

Let op bij scheidbare werkwoorden! 

Scheidbare werkwoorden

Dit zijn werkwoorden die je in tweeën opsplitst wanneer je deze vervoegt. Voorbeelden hiervan zijn; opstaan (ik sta vandaag om 9:00 op) of afvragen (ik vraag me af). Het voorvoegsel kan dus op verschillende plaatsen in de zin staan. 

Ich lasse den Luftballon los. (loslassen)

Der Zug kommt um 13.00 Uhr in Berlin an. (ankommen)

Der Bus fährt in (over) einer Stunde ab. (abfahren)

Ich steige in Berlin um. (umsteigen)

Schreibfertigkeit

4. Beschrijf de weg die hij lopend moet afleggen met behulp van de kaart, bepaal zelf een logische route (bron 2).

Erst

und dann

Schreibfertigkeit

5. Zorg voor een passende afsluiting en groet.

Bis bald!

Liebe Grüße (geen komma)

Herzlichen Gruß (geen komma)

Gute Reise!

Hausaufgaben

Hausaufgaben:

Mittwoch 11. Dezember

Probe-Mail fertig!

Tschüss!!