Juist of onjuist: Stoffen met een grote dichtheid zijn “zware” stoffen
A
Juist
B
Onjuist
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1,2
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Juist of onjuist: Stoffen met een grote dichtheid zijn “zware” stoffen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 1 - Quizvraag
Welke stof heeft de kleinste dichtheid?
A
Goud
B
Balsahout
C
Lood
D
Piepschuim
Slide 2 - Quizvraag
De eenheid van dichtheid is…
A
Gram (g)
B
Kubieke centimeter (cm3)
C
Milliliter (mL)
D
Gram per kubieke centimeter (g/cm3)
Slide 3 - Quizvraag
De dichtheid van een voorwerp is 10,5 g/cm^3. Wanneer je dit voorwerp op kwik (dichtheid is 13,5g/cm^3) plaatst, dan....
A
Drijft dit voorwerp
B
Zinkt dit voorwerp
C
Dat kun je niet zeggen
Slide 4 - Quizvraag
De dichtheid van een voorwerp is 0,58 g/cm^3. Wanneer je dit voorwerp op water (1,0g/cm3) plaatst, dan....
A
Drijft dit voorwerp
B
Zinkt dit voorwerp
C
Dat kun je niet zeggen
Slide 5 - Quizvraag
De dichtheid van een voorwerp is 2,7 g/cm^3. Wanneer je dit voorwerp op water (1,0g/cm3) plaatst, dan....
A
Drijft dit voorwerp
B
Zinkt dit voorwerp
C
Dat kun je niet zeggen
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer je een voorwerp van goud (dichtheid = 19,3 g/cm^3) op kwik (dichtheid is 13,5g/cm^3) plaatst, dan....
A
Drijft dit voorwerp
B
Zinkt dit voorwerp
C
Dat kun je niet zeggen
Slide 7 - Quizvraag
Het volume van een blokje is 40cm3. De massa van het blokje is 356 gram. Bereken de dichtheid van dit blokje in g/cm3. Rond af op 1 decimaal. Noteer alleen het getal.
Slide 8 - Open vraag
Een voorwerp heeft een massa van 23,7g. Het volume van dit voorwerp is 2,26 cm^3. Van welke stof is dit voorwerp gemaakt?
A
Goud
B
Ijzer
C
Zilver
D
Lood
Slide 9 - Quizvraag
Een voorwerp gemaakt van aluminium heeft een volume van 15cm^3. bereken de massa van dit voorwerp in gram. Alleen getal noteren.
Slide 10 - Open vraag
Wat is de dichtheid van het schaakstuk? Geef je antwoord in g/cm3. Noteer alleen het getal.
Slide 11 - Open vraag
Bekijk onderstaande gegevens: Blokje 1: m = 250g V = 23,8 cm3 Blokje 2 : m= 250g V = 13,0 cm3 Blokje 3: m = 40g V = 14,8cm3 Blokje 4: 155,4g V = 14,8cm3 Welke blokjes zijn van hetzelfde materiaal gemaakt?
A
Blokje 1 en 2
B
Blokje 3 en 4
C
Blokje 2 en 3
D
Blokje 1 en 4
Slide 12 - Quizvraag
Kunnen deze twee blokjes kunnen gemaakt zijn van hetzelfde materiaal? Blokje 1: m = 9,45g v = 3,5cm^3 Blokje 2: m = 156,6 g v = 58 cm^3
A
Ja
B
Nee
C
Dat kun je niet zeggen
Slide 13 - Quizvraag
Stel de massa van een onbekende vloeistof is 23 gram. Het volume is 32 mL Met welke stof hebben we dan te maken? Gebruik BINAS tabel 15 (zie hiernaast).
Slide 14 - Open vraag
De massa van een voorwerp is 250g. De dichtheid van het voorwerp is 7,8 g/cm^3. De lengte van het blok is 7cm. De breedte is 2,5cm. bereken de hoogte van het voorwerp in cm. Vul alleen het getal in geen eenheid. rond af op 1 decimaal.