In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes
Slide 5 - Quizvraag
hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart
Slide 6 - Quizvraag
klopt het dat de hartkleppen de scheiding maken tussen de boezems en de kamers
A
nee
B
ja
Slide 7 - Quizvraag
zorgen de hartkleppen ervoor dat bloed niet terug stroomt naar de boezems?
A
nee
B
ja
Slide 8 - Quizvraag
hoe heten de kleppen in de aorta en de longslagaders?
A
halve maankleppen
B
kleppen
C
hartkleppen
Slide 9 - Quizvraag
heeft een slagader een dikke wand?
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quizvraag
hebben aders kleppen?
A
ja
B
nee
Slide 11 - Quizvraag
tekenen
teken een hart schematisch. Geef de volgende onderdelen aan: li, re boezem, links in rood, rechts in blauw li, re kamer, links in rood, rechts in blauw hartkleppen aorta met halve maanvormige kleppen longslagader met halve maanvormige kleppen holle ader
Slide 12 - Tekstslide
roden en witte bloedcel tekenen
bekijk de rode en witten bloedcel onder de microscoop begin met de kleinste vergroting zoek de bloedcellen op en stel scherp doe dan de volgende vergroting boven het preparaat. teken beide bloedcellen met potlood noteer op het blaadjes de naam van het onderdeel, de vergroting
Slide 13 - Tekstslide
vragen
welke harthelft heeft bloed met zuurstof? waarom zitten er hartkleppen in het hart? waar gaat het bloed van de rechterkamer naar toe? waar gaat het bloed van de linker kamer naar toe? wat zorgt ervoor dat bloed uit de aorta niet terug stroomt naar de kamer?
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
noem 3 adviezen voor een gezonde leefwijze
A
wel roken, veel alcohol, eet ongezond en altijd hetzelfde
B
niet roken, weinig alcohol, eet gezond en gevarieerd, beweeg weinig
C
niet roken, weinig alcohol, eet gezond en gevarieerd