Telwoorden
1 / 10
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe schrijf je 22?
A
tweëentwintig
B
tweëntwintig
C
tweeëntwintig
D
tweeentwintig
Slide 2 - Quizvraag
Benoem het telwoord:
Hamza zou maar voor één dag hier kunnen blijven.
Hamza zou maar voor één dag hier kunnen blijven.
Slide 3 - Open vraag
Geef een bepaald rangtelwoord.
Slide 4 - Woordweb
Juist of fout geschreven?
drieënzestig
drieënzestig
A
juist
B
fout
Slide 5 - Quizvraag
Geef een onbepaald rangtelwoord
Slide 6 - Woordweb
Benoem het telwoord:
Hij is de tweede op de lijst.
Hij is de tweede op de lijst.
Slide 7 - Open vraag
Schrijf 72 voluit.
Slide 8 - Woordweb
Maak een zin met een bepaald hoofdtelwoord.
Slide 9 - Woordweb
Welke telwoorden vindt je in de zin:
Er zijn vannacht drie muizen ontsnapt uit de dierenwinkel. Het is al de zoveelste keer dat dit gebeurt.
Er zijn vannacht drie muizen ontsnapt uit de dierenwinkel. Het is al de zoveelste keer dat dit gebeurt.
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Bepaald rangtelwoord
C
Onbepaald hoofdtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord
