3A - Events en Foutafhandeling

• Applicatie- en mediaontwikkelaar
• MBO
• Studiejaar 1

Controls, Events en Foutafhandeling 

Programming C# - I

Week 3A

Wat heb je vorige week geleerd

• Wat een Bit en een Byte zijn.

• Wat een variabele is en waar ze voor dienen.

• Hoe een variabele te declareren.

• Je weet wat een datatype is en waarom er verschillende datatypen worden gebruikt.

• Welke datatype vaak gebruikt worden.

• Je kunt gebruik maken van de methoden Parse() en ToString()

• Je kunt de class Convert inzetten om andere methoden voor conversie te gebruiken.

• Je kunt verschillende operatoren gebruiken.

Welke datatypen
kennen we in C#?

Welk van onderstaande code is juist

1. int getal1 = 8; string getal2 = getal1.ToString;
2. int getal1 = 8; string getal2 = getal2.ToString();
3. int getal1 = 8; string getal2 = getal1.ToString();
4. int getal1 = 8; string getal2 = Convert.ToString.getal1;

Welke van onderstaande code is juist?

1. int getalDouble = convert.ToDouble("9");
2. int getalInt = ("9").ToInt32();
3. int getalInt = ("9").ToString();
4. int getalInt = Convert.ToInt32("9");

Deze week

• Starten met Windows Forms Applicatie
• Controls
• Events
• Foutafhandeling

Controls

• Objecten welke je kunt gebruiken in je applicatie.

       

Toolbox

• In de toolbox vind je alle controls.
• Deze kun je slepen naar je formulier. 

Control Properties

Controls zijn objecten en hebben dus ook properties

Naamgeving

Control	prefix	Voorbeeld
Button	btn	btnStart
label	lbl	lblInfo
Textbox	txb	txbGetal
Form	frm	frmHoofdvenster

Events

• Een event is gebeurtenis waaraan je een actie (uitvoerbare code) kunt koppelen.
• Bijvoorbeeld het klikken op een knop is een event.

• In de scope van button1_click komt de code te staan die wordt uitgevoerd als op de knop wordt geklikt.

Foutafhandeling

• Een ontwikkelaar moet voorkomen dat er een errormelding komt als de gebruiker een fout maakt.
• Je wilt een duidelijke melding over datgene wat fout is gegaan.

Try Catch

• Try Catch kun je gebruiken om foutmeldingen 'op te vangen' en te tonen in begrijpelijk taal.
• Je kunt zelf bepalen of je programma stopt of dat het programma door gaat.

Aan de slag

• Lees de theorie door van hoofdstuk 12
• Maak de opdrachten tot en met 12.4
• Krijg je de opdrachten niet in de les af dan heb je huiswerk