In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Les 30A en de Stoa
Slide 1 - Tekstslide
regel 3 - 7: vergelijking. Welk Latijns woord wordt vergeleken met manum?
Slide 2 - Open vraag
regel 10: perdiderit
A
indicativus praesens
B
indicativus perfectum
C
conjunctivus perfectum
D
futurum exactum
Slide 3 - Quizvraag
regel 15-16: Cur sapiens, quamvis se contentus sit, tamen amicum habere vult? Beantwoord deze vraag in het Latijn.
Slide 4 - Open vraag
Vertaling: goed of fout: r. 18-19: ? Als je een ware wijze zou zijn, zou je een vriend kunnen verlangen, om zelf bij hem te zitten als hij ziek is, of zelf hem te helpen als hij gebrek lijdt. Goed of fout + citeer het fout vertaalde tekstelement.
Slide 5 - Open vraag
regel 19 succurras: modus en verklaar gebruik.
Slide 6 - Open vraag
autarkie: citeer een passend tekstelement
Slide 7 - Open vraag
apatheia: citeer een passend tekstelement
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Open vraag
Marcus Aurelius was keizer in:
A
121 - 180
B
139 - 180
C
161 - 180
D
177 - 180
Slide 10 - Quizvraag
"Je kunt je toch, wanneer je maar wilt, terugtrekken in jezelf." Citeer uit tekst 30A het tekstelement dat inhoudelijk overeenkomt met dit citaat.
Slide 11 - Open vraag
Volgens de stoïcijnen moeten we onze emoties en verlangens kritisch bekijken, en ons er niet zomaar door laten meeslepen. Noteer de technische term voor dit streven van de stoïcijnen
Slide 12 - Open vraag
"Ten eerste maak je jezelf nodeloos afhankelijk van dingen buiten jezelf." Noteer de technische term voor 'de dingen buiten jezelf'
Slide 13 - Open vraag
Logos is de Griekse term. Noteer de Latijnse term voor dit begrip.