4V H1 herhaling / H2 Lezen

LEESVAARDIGHEID 4V
In deze les: 
- herhaling theorie H1
- theorie H2 in vogelvlucht
- zelf aan de slag! (NN online Test H2) 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

LEESVAARDIGHEID 4V
In deze les: 
- herhaling theorie H1
- theorie H2 in vogelvlucht
- zelf aan de slag! (NN online Test H2) 

Slide 1 - Tekstslide

LEESVAARDIGHEID 4V
Pak je telefoon erbij! 
Wat weet je nog van leesvaardigheid? 

Slide 2 - Tekstslide

Welke leesstrategieën
zijn er?

Slide 3 - Woordweb

Met een beschouwing wil je als schrijver...
A
activeren
B
overtuigen
C
opiniëren
D
informeren

Slide 4 - Quizvraag

Aan welke 6 zaken kun je zien voor welke lezers een tekst bedoeld is?

Slide 5 - Open vraag

LEESVAARDIGHEID H2
Een goede tekst is duidelijk ingedeeld
is logisch opgebouwd en
heeft een heldere structuur

Klinkt logisch, maar hoe doe je dat? 

Slide 6 - Tekstslide

LEESVAARDIGHEID H2
Leerdoelen: 
- Ik kan de tekst opdelen in inleiding, middenstuk, slot
- Ik kan deelonderwerpen herkennen en benoemen
- Ik kan/weet welke 7 vaste tekststructuren er zijn (en hun opbouw)
 

Slide 7 - Tekstslide

LEESVAARDIGHEID H2
Leerdoelen (vervolg): 
- Ik kan tekstsoorten en argumentatiestructuren herkennen/benoemen
- Ik kan de kernzinnen in een tekst herkennen
- Ik kan relaties als oorzaak/gevolg, middel-doel, opsomming, etc. herkennen en benoemen.  <<

Slide 8 - Tekstslide

De indeling van een tekst: 
(herhaling!) 
De inleiding bestaat meestal uit alinea 1 en 2 (soms 3 erbij). 
Hoe schrijf je die ook alweer? Denk aan je betoog!
anekdote, actualiteit, belang voor de lezer, geschiedenis, aankondiging opbouw, etc. 

Slide 9 - Tekstslide

De indeling van een tekst: 
(herhaling!) 
Het middenstuk behandelt de deelonderwerpen. Dit zijn bv. gevolgen, oplossingen, voor- en nadelen, etc. 
Hoe herken je die? 
Structurerende zinnen, signaalwoorden (verbanden tussen alinea's), witregels en/of tussenkopjes. 

Slide 10 - Tekstslide

De indeling van een tekst: 
(herhaling!) Het slot bestaat uit de laatste alinea('s)
Hoe schrijf je die ook alweer? Denk aan je betoog!
conclusie (antwoord op vraag uit de inleiding)
samenvatting, aanbeveling, aansporing, toekomstverwachting, afweging voor-/nadelen. 
TIP: Let op signaalwoorden als kortom, ten slotte, al met al, dus, samengevat...

Slide 11 - Tekstslide

De indeling van een tekst: 
Vaste tekststructuren: waarom handig? (denk weer aan je betoog!)

Zo begrijp én schrijf je een tekst veel sneller!  
Welke moet je kennen?  
1 argumentatiestructuur, 
2 aspecten-, 
3 probleem-oplossing-,  
4 verklaring-,
5 verleden/heden/(toekomst),
6 voor- en nadelen, 
7 vraag/antwoord. 
Hoe herken je die? 
ZIE VOORBEELDEN OP P. 28

Slide 12 - Tekstslide

De indeling van een tekst: 
Tekstverbanden: Zinnen/alinea's staan met elkaar in verband. Als alinea's bij elkaar horen, vormen ze een deelonderwerp. 
De verbanden tussen die alinea's herken je aan signaalwoorden. 
Opsommend: ook, tevens, daarnaast, vervolgens, ten eerste...
Tegenstellend: maar, echter, toch, tegenover, aan de ene kant...
Chronologisch: eerst, dan, uiteindelijk...
Oorzakelijk: doordat, daardoor, het gevolg is, het komt door...
Toelichtend, voorwaardelijk. vergelijkend
redengevend, doel-middel, toegevend
samenvattend, concluderend  

BEDENK ZELF DE SIGNAALWOORDEN EENS! 
Lastig? Bekijk (thuis of met oortjes!) eens het volgende filmpje (met Limburgs accent) >>

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

En... wat is er blijven hangen? 

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn de inhoudelijke kenmerken van een slot?

Slide 16 - Open vraag

Welke 7 vaste tekststructuren zijn er?

Slide 17 - Open vraag

Welke verbanden tussen alinea's ken je?

Slide 18 - Open vraag

Aan welke signaalwoorden herken je een oorzakelijk verband?
A
zo, zoals, neem nou....
B
doordat, daardoor, als gevolg van, zodat
C
maar, echter, niettemin, toch
D
daarom, omdat, derhalve, dus, immers

Slide 19 - Quizvraag

De rest van de (komende) les bereid ik de leestoets graag voor door....
A
vooral online te oefenen (H2 Lezen NN)
B
opdrachten in het boek te maken
C
te oefenen met actuele artikelen
D
nog eens vragen te stellen aan de docent

Slide 20 - Quizvraag

Volgende les: 
- bepaal van tevoren hoe jij je het liefst/best voorbereidt (leestoets week 23). Maak een plan waar je je aan houdt! (zo nodig in overleg met je docent!)
- neem je je leesboek mee!
- neem je zo mogelijk een eigen artikel mee

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide