Jozef door zijn broers verkocht
Jozefs broers waren schaapherders. Ze maakten lange tochten met het vee.
Op een dag moest Jozef de broers gaan opzoeken.
De broers zagen hem al van verre aankomen en wilden hem doden.
Ruben wilde Jozef niet doden, maar later vrijlaten. Hij wees de broers op een put in de buurt.
Jozef werd door zijn broers in de put gegooid.
Later op de dag verkochten de andere broers Jozef aan Egyptische koopmannen.
De broers vertelden hun vader dat Jozef door een wild dier was gedood.
De mooie mantel van Jozef hadden zij met bloed besmeurd.
De koopmannen verkochten Jozef als slaaf. Jozef was nog maar 17 jaar.