27. Les 19-11-2020

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

English

blz.96

Past simple 

Vorm:

1. Werkwoord + -ed

2. Onregelmatig werkwoord (2e uit het rijtje)

Gebruik:

Iets is in het verleden gebeurd en is nu afgelopen

Columbus discovered America in 1492.

Past simple 

Signaalwoorden:

yesterday

in .... (jaartal)

the other day/week

this morning

on .... (dag)

ago

last

earlier

Past continuos

Vorm:

was/were + werkwoord + -ing

(She was talking)

Gebruik:

Iets was in het veleden een tijdje aan de gang en is nu afgelopen

Julia was doing her homework yesterday morning.

They were talking to the teacher.

Hoe ziet het eruit?

was / were + hele werkwoord + ing

I was jumping over a building.

They were using the web shooter.

Past Continuous

Past tense of the verb 'to be' and verb + ing

I was playing

You were playing

He was playing

We were playing

You were playing

They were playing

0

She _____ (play) tennis.

She was playing tennis.

They ______ (cycle) very fast.

They were cycling very fast.

Marleen ____ (write) in her ex.book.

Markeen was writing in her ex.book.

The students _____ (work) on an essay.

The students were working on an essay.

Judy _____ (study) for her exam.

Judy was studying for her exam.

0

Bekijk de volgende scene.

Zijn de zinnen hiernaast

True of False?

You were getting out of a taxi.

Yesterday at 2.30 he was cooking dinner.

true

true

0

Vertaal:

Ik was mijn tanden aan het poetsen.

I was brushing my teeth.

Vertaal:

Zij was haar haar aan het kammen.

She was combing her hair.

Vertaal:

Zij waren Engels aan het leren.

They were studying English.

Vertaal:

Jullie waren aan het zwemmen.

You were swimming.

zelf aan de slag..

Maak de opdracht 35-36 op blz. 97

Klaar ?

Ga verder met de volgende links!! 

HOMEWORK

Zet je laptop aan, ga naar Stepping Stones online boek -Planning- Maak opdracht !

https:

https:

https:

https:

https:

https: