2VE Kerstquiz
1 / 25
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
De kerstman heeft geen inkomsten...
Wat zijn inkomsten?
Wat zijn inkomsten?
A
Ontvangsten in geld en natura
B
Ontvangsten zonder tegenprestatie
C
Ontvangsten in natura
D
Ontvangsten in geld
Slide 3 - Quizvraag
De kerstman geeft de kinderen inkomsten in natura...
Wat is een voorbeeld hier van?
Wat is een voorbeeld hier van?
A
Geld
B
Cadeaus
C
Slagroomtaart
D
Wortel
Slide 4 - Quizvraag
De elven van de kerstman krijgen loon. Is dit voor hun vrij besteedbaar inkomen of niet?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quizvraag
Barry heeft naast de cadeaus van de kerstman ook loon gekregen...
Wat is loon ook al weer?
Wat is loon ook al weer?
A
Geld wat je krijgt van je moeder
B
Geld wat je krijgt van je vader
C
Geld wat je krijgt van je baas
D
Geld wat je krijgt, gewoon zomaar
Slide 6 - Quizvraag
Is dit een werknemer of werkgever?
A
Weknemer
B
Werkgever
Slide 7 - Quizvraag
Is dit een werknemer of werkgever?
A
Werkgever
B
Werknemer
Slide 8 - Quizvraag
Als deze gast geld verdiend als kerstman, wat verdient hij dan?
A
Jeugdloon
B
Wettelijk jeugdloon
C
Minimum Jeugdloon
D
WA-uitkering
Slide 9 - Quizvraag
De kerstman wil in plaats van zijn slee een Fatbike, maar heeft geen geld.
Wat moet hij doen?
Wat moet hij doen?
A
Investeren in crypto
B
Betalen met Klarna
C
Sparen
D
Bank overvallen
Slide 10 - Quizvraag
Meneer kuipers heeft €2.000.000 op zijn bank. Hij ontvangt 5% Rente.
Hoeveel heeft hij na een jaar op zijn rekening?
Hoeveel heeft hij na een jaar op zijn rekening?
A
€2.150.000
B
€2.110.000
C
€2.100.005
D
€2.100.000
Slide 11 - Quizvraag
De kerstman heeft verschillende behoeftes.
Wat wil hij nu?
Wat wil hij nu?
A
Koekjes en melk
B
Een mooie Elf
C
Een fatbike
D
bro geen idee
Slide 12 - Quizvraag
Tijdens kerst gaan wij met onze familie consumeren.
Wat is consumeren?
Wat is consumeren?
A
Eten van heel veel eten
B
Cadeautjes kopen voor mijn irritante neefje
C
Die vervelende grap van mijn oom weer horen
D
Mijn oma een kus geven met kerst
Slide 13 - Quizvraag
Dat eten dat je hebt gegeten met kerst is ........... door een fabrikant
A
Geproduceerd
B
Gekalmeerd
C
Getransporteerd
D
Opgevreten
Slide 14 - Quizvraag
De kerstman heeft cadeaus voor iedereen in Nederland. De kinderen in Almere willen ook cadeaus, maar de kerstman heeft niet genoeg. Hoe heet dit fenomeen?
A
Scharen
B
Behoefte
C
Schaarste
D
Schaartse
Slide 15 - Quizvraag
Meneer Kuipers staat voor de klas,
hij verricht....
hij verricht....
A
Natuur
B
Kapitaalgoederen
C
Arbeid
Slide 16 - Quizvraag
Wat is geen kapitaalgoed?
A
Transport
B
Machines
C
Investeren
Slide 17 - Quizvraag
Waar is meneer Kuipers nu aan toe?
A
Om te trouwen
B
vakantie
C
Nieuwe auto kopen
D
Nieuw huis kopen
Slide 18 - Quizvraag
Hoe heet het boek van Economie?
A
Economisch Gezien
B
Economie Onderbouw
C
Economie in de Klas
D
Economisch Bekeken
Slide 19 - Quizvraag
Welke Hoofdstukken hebben we behandeld?
A
1, 2 en 3
B
1 en 2, nu bezig met 3
C
1, 3 en 4
D
1, 2, nu bezig met 4
Slide 20 - Quizvraag
Hoe heet dit?
A
Lijndiagram
B
Cirkeldiagram
C
Staafdiagram
D
Cirkuleuzedigram
Slide 21 - Quizvraag
Moet meneer Kuipers zijn mentorklas switchen met die van jullie?
A
Ja
B
Nee
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Wie is meneer kuipers's zijn top 3 favoriete klassen
A
2VE, 2VF, 2VG
B
2VE, 1VC, 2VH
C
2VH, 2VE, 2VC
D
2VE, 2VH, 1VC
Slide 24 - Quizvraag
Willen we nu klaar zijn?
A
Ja
B
Nee
