In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Onderdelen in deze les
3 Mavo - Koperblazers
Slide 1 - Tekstslide
Welke termen weten we nog van vorige les?
Slide 2 - Woordweb
Noem de term die het best past bij het fragment, en leg uit waarom wel of niet.
Slide 3 - Open vraag
Hoe heette het als iedereen in een bezetting samen speelt?
Slide 4 - Open vraag
Noem de term die het best past bij het fragment, en leg uit waarom wel of niet.
Slide 5 - Open vraag
Zit in dit fragment een solo? Zo ja, welk instrument speelt de solo?
Slide 6 - Open vraag
De trompet is een koperblaasinstrument. Het geluid ontstaat doordat de speler zijn of haar lippen laat trillen (dit heet ‘embouchure’) in het mondstuk. Die trillingen zorgen ervoor dat de lucht in de trompet ook gaat trillen, en dat geeft geluid.
Dit is de beker van een trompet, hier komt de heldere, schelle klank van de trompet uit.
Dit zijn de buizen van de trompet, de lengte van de buis bepaald te laagte van de toon. Hoe groter de buis, de lager de toon.
Dit zijn de ventielen van een trompet. Door deze in te drukken, duw je de lucht door extra buizen, waardoor de toon lager wordt. Door verschillende combinaties van ventielen in te drukken, krijg je verschillende tonen uit de trompet.
De trompet
Slide 7 - Tekstslide
0
Slide 8 - Video
De hoorn
Dit is de klankbeker van de hoorn, om hoorn te spelen steek je hierin je rechterhand, en kan je je hand daarin bewegen om de klank een beetje de dempen of te vervormen.
Zijn de buizen langer dan bij de trompet? Speelt dit instrument lager? Leg uit.
Als je deze indrukt, duw je de lucht door nog meer langere buizen waardoor de toon lager wordt...hoe heette deze ook alweer?
Slide 9 - Tekstslide
0
Slide 10 - Video
Wat is het verschil in klank tussen de hoorn en trompet? Voelt de hoorn scheller, of warmer dan de trompet?
Slide 11 - Open vraag
De trombone
Waar zijn de ventielen heen? Weet iemand al hoe je de toon kan veranderen op dit instrument?
Doordat de trombone geen ventielen heeft, maar een hele grote schuif die je schuift, kan de trombone makkelijk van de ene toon naar de andere ''glijden''. Dit noem je een slide.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Zijn het grote of kleine buizen waar de lucht door moet stromen? Klinkt het instrument hoog of laag?
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Dit instrument is goed in slides
Dit insturment is het laagst van alle vier
Bij dit instrument steek je een hand in de beker
Dit instrument kan het hoogst klinken van alle vier
Slide 16 - Sleepvraag
Speelt in dit fragment een trompet, hoorn, trombone of tuba?
A
Trompet
B
Hoorn
C
Trombone
D
Tuba
Slide 17 - Quizvraag
Speelt in dit fragment een trompet, hoorn, trombone of tuba?
A
Trompet
B
Hoorn
C
Trombone
D
Tuba
Slide 18 - Quizvraag
Speelt in dit fragment een trompet, hoorn, trombone of tuba?