In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
3.2 Temperatuursverschillen op aarde
Slide 1 - Tekstslide
Welke 4 klimaten komen voor op lage breedte?
Slide 2 - Open vraag
Wat gebeurt er met de temperatuur naarmate je op hogere breedte komt?
A
Blijft gelijk
B
Het wordt kouder
C
Het wordt warmer
Slide 3 - Quizvraag
Hoe komt het dat de begroeiing per klimaat verschilt?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
In welke maand valt de meeste neerslag?
Slide 6 - Open vraag
Doelen van de les
1. Je weet dat de aarde dankzij de atmosfeer een leefbaar klimaat heeft
2. Je begrijpt welke invloed de stand van de zon en de geografische breedte op de temperatuur hebben.
3. Je kunt de gemiddelde dagtemperatuur berekenen.
Slide 7 - Tekstslide
De ruimte: koud!
Slide 8 - Tekstslide
Welkom!
Welkom
Slide 9 - Tekstslide
Weekplanning
Week 19
Week 20
Week 21
Week 22
Week 23
Week 24
Week 25
H3 §2
H3 §3
SO
§1 t/m 3
H3 §4
H3 §5
H3 §6
Rep
§1 t/m 6
Lesdoelen
(1) Je weet welke gevolgen de schuine stand van de aardas heeft voor dag en nacht op aarde.
(2) Je begrijpt waarom de schuine stand van de aarde invloed heeft op de seizoenen en de temperatuur op aarde.
(3) Je kunt een tekening maken van de aarde ten opzichte van de zon voor verschillende jaargetijden.
Lesdoelen
(1) Je weet dat water in verschillende vormen kan voorkomen en dat het in een kringloop rondgaat.
(2) Je begrijpt hoe stuwingsregen, stijgingsregen en frontale regen ontstaan.
(3) Je kunt uitleggen hoe de waterkringloop werkt.
Lesdoelen
(1) Je weet welke windrichting in Nederland overheerst en wat voor gevolgen dat heeft voor ons klimaat.
(2) Je begrijpt de invloed van aanlandige en aflandige wind en waarom Nederland een gematigd zeeklimaat heeft.
(3) Je kunt uitleggen waardoor in de zomer en winter op gelijke breedte verschillen in temperatuur ontstaan.
Lesdoelen
(1) Je weet dat er in Nederland kleine klimaatverschillen bestaan en in welke gebieden die merkbaar zijn.
(2) Je begrijpt wat het verschil is tussen het broeikaseffect en het versterkt broeikaseffect, op welke manier het versterkt broeikaseffect ontstaat en welke invloed dit heeft op het klimaat.
(3) Je kunt met behulp van kaarten aantonen welke verschillen in weer en klimaat er in Nederland zijn.
Lesdoelen
(1) Je weet dat dankzij de atmosfeer de aarde een leefbaar klimaat heeft.
(2) Je begrijpt welke invloed de stand van de zon en de geografische breedte hebben op de temperatuur.
(3) Je kunt de gemiddelde dagtemperatuur berekenen.
Slide 10 - Tekstslide
Lesdoel en agenda
Lesdoel:
(1) Je weet dat dankzij de atmosfeer de aarde een leefbaar klimaat heeft.
(2) Je kunt de gemiddelde dagtemperatuur berekenen op een berg
Agenda:
Start
Uitleg
Controle leerdoelen
Zelfstandig werken
Slide 11 - Tekstslide
De atmosfeer
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Hoe koud is het in de ruimte (exosfeer)?
A
- 270 graden Celcius
B
- 250 graden Celcius
C
- 230 graden Celcius
D
- 180 graden Celcius
Slide 14 - Quizvraag
Hoe hoger hoe kouder
Temperatuursverschillen zijn op lage hoogte al merkbaar
Hoe zien we het terug in de natuur?
Soorten bomen
Soorten dieren
Slide 15 - Tekstslide
Loofbomen
Naaldbomen
Bergheide
0-1000m
1000-2000m
2000-3000m
Slide 16 - Tekstslide
Loofbomen
Beer
Naaldbomen
Bok
Bergheide
Yak
0-1000m
1000-2000m
2000-3000m
Slide 17 - Tekstslide
Verdeling begroeiing op bergen
Vanaf de voet van de berg kom je dan achtereenvolgens:
--> loofbomen (met blaadjes)
--> naaldbomen (met naalden)
--> bergweide
tegen.
--> Helemaal boven in de bergen groeit er niets. Daar zijn de rotsen kaal en ligt er eeuwige sneeuw.
Slide 18 - Tekstslide
Zuid-Amerika Andes gebergte
Slide 19 - Tekstslide
1. Stel, je bent op vakantie in Chili en je maakt een bergtocht. Je begint in San Pedro de Atacama .
- Hoe hoog ligt de top?....... m.
- Op welke hoogte ligt San Pedro de Atacama?......m.
Slide 20 - Tekstslide
2. Wat is de temperatuur in San Pedro Atacama? ......... graden celsius
Slide 21 - Tekstslide
3. Lees deze twee uitspraken.
De temperatuur in San Pedro de Atacama is 18 graden celsius op 2500 meter
de temperatuur op 3000 meter is 15 graden celsius....
per 100M --> -0,6 graden celsius
per 1000M --> -6,0 graden celsius
Slide 22 - Tekstslide
(3 min) Bereken de temperatuur op de verschillende hoogtes in de tekening.
per 100M --> -0,6 graden celsius
per 1000M --> -6,0 graden celsius
Slide 23 - Tekstslide
Per 400 meter stijging wordt het ..?.. graden kouder
A
0.6 graden
B
6 graden
C
3.4 graden
D
2.4 graden
Slide 24 - Quizvraag
Per 2000 meter stijging wordt het ..?.. graden kouder
A
0.6 graden
B
6 graden
C
12 graden
D
120 graden
Slide 25 - Quizvraag
Lesdoel:
(1) Je weet dat dankzij de atmosfeer de aarde een leefbaar klimaat heeft.
(2) Je kunt de gemiddelde dagtemperatuur berekenen op een berg
Aan de slag:
Wat?
Paragraaf 3.2
Opgave 1 + 2
Waar?
Blz. 62-63 Lesboek
Blz. 74-75 Werkboek
Hulp?
1 --> Lesboek
2 --> Docent
Ben je klaar?
Lees paragraaf 3.2 helemaal
Opgave 3 + 5
Niet af?
Huiswerk voor de volgende les
timer
15:00
Slide 26 - Tekstslide
Einde deel 1
Slide 27 - Tekstslide
Welkom!
Welkom
Slide 28 - Tekstslide
Weekplanning
Week 19
Week 20
Week 21
Week 22
Week 23
Week 24
Week 25
H3 §2
H3 §3
SO
§1 t/m 3
H3 §4
H3 §5
H3 §6
Rep
§1 t/m 6
Lesdoelen
(1) Je weet welke gevolgen de schuine stand van de aardas heeft voor dag en nacht op aarde.
(2) Je begrijpt waarom de schuine stand van de aarde invloed heeft op de seizoenen en de temperatuur op aarde.
(3) Je kunt een tekening maken van de aarde ten opzichte van de zon voor verschillende jaargetijden.
Lesdoelen
(1) Je weet dat water in verschillende vormen kan voorkomen en dat het in een kringloop rondgaat.
(2) Je begrijpt hoe stuwingsregen, stijgingsregen en frontale regen ontstaan.
(3) Je kunt uitleggen hoe de waterkringloop werkt.
Lesdoelen
(1) Je weet welke windrichting in Nederland overheerst en wat voor gevolgen dat heeft voor ons klimaat.
(2) Je begrijpt de invloed van aanlandige en aflandige wind en waarom Nederland een gematigd zeeklimaat heeft.
(3) Je kunt uitleggen waardoor in de zomer en winter op gelijke breedte verschillen in temperatuur ontstaan.
Lesdoelen
(1) Je weet dat er in Nederland kleine klimaatverschillen bestaan en in welke gebieden die merkbaar zijn.
(2) Je begrijpt wat het verschil is tussen het broeikaseffect en het versterkt broeikaseffect, op welke manier het versterkt broeikaseffect ontstaat en welke invloed dit heeft op het klimaat.
(3) Je kunt met behulp van kaarten aantonen welke verschillen in weer en klimaat er in Nederland zijn.
Lesdoelen
(1) Je weet dat dankzij de atmosfeer de aarde een leefbaar klimaat heeft.
(2) Je begrijpt welke invloed de stand van de zon en de geografische breedte hebben op de temperatuur.
(3) Je kunt de gemiddelde dagtemperatuur berekenen.
Slide 29 - Tekstslide
Lesdoel en agenda
Lesdoel:
(1) Je begrijpt welke invloed de stand van de zon en de geografische breedte hebben op de temperatuur
Agenda:
Start
Uitleg
Zelfstandig werken
Slide 30 - Tekstslide
De stand van de zon
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Video
Lesdoel:
(1) Je weet dat dankzij de atmosfeer de aarde een leefbaar klimaat heeft.
(2) Je kunt de gemiddelde dagtemperatuur berekenen op een berg
Aan de slag:
Wat?
Paragraaf 3.2
Opgave 2 t/m 7
Waar?
Blz. 62-63 Lesboek
Blz. 74-75 Werkboek
Hulp?
1 --> Lesboek
2 --> Docent
Ben je klaar?
Lees paragraaf 3.3 helemaal
Niet af?
Huiswerk voor de volgende les
timer
15:00
Slide 33 - Tekstslide
Maximum- en minimum temperatuur
Slide 34 - Tekstslide
Van de evenaar tot de pool
Slide 35 - Tekstslide
Land en zeewind
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Video
Koele en warme wind
Slide 38 - Tekstslide
Luchtdruk
Hogedrukgebied
Lagedrukgebied
Slide 39 - Tekstslide
Hoe hoger hoe kouder
Slide 40 - Tekstslide
Vanaf de voet van de berg kom je dan achtereenvolgens:
--> loofbomen (met blaadjes)
--> naaldbomen (met naalden)
--> bergweide
tegen.
--> Helemaal boven in de bergen groeit er niets. Daar zijn de rotsen kaal en ligt er eeuwige sneeuw.