Samentrekkingen v3

Nederlands v3
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Nederlands v3

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
1. Lezen
2. Huiswerk bespreken
3. Samentrekkingen
4. Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Je leert een samentrekking herkennen, (vandaag)
je leert een samentrekking controleren en
je leert een samentrekking verbeteren. (volgende week)

Je leert een samentrekking herkennen, controleren en verbeteren.

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
De Quiz

Startopdracht blz. 30

Slide 4 - Tekstslide

Typen samentrekking
Voorwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke deel wordt vooraan in de samentrekking genoemd.
  • een goedkope armband en een dure ~

Achterwaartse samentrekking:  het gemeenschappelijke deel wordt achteraan in de samentrekking genoemd.
  • in voor- en tegenspoed

Slide 5 - Tekstslide

Niveau van samentrekking
Woordniveau: als in twee woorden iets wordt herhaald
IJshoorntjes en ijsblokjes: IJshoorntjes en -blokjes

Woordgroepniveau: Als in twee woordgroepjes iets wordt herhaald
Werkloze mannen en werkloze vrouwen: Werkloze mannen en vrouwen

Zinsniveau: een herhaald zinsdeel wordt weggelaten 
Emma is ziek en Emma blijft thuis: Emma is ziek en blijft thuis.

Slide 6 - Tekstslide

Soorten samentrekkingen

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!
maken opdracht 1, 2 en 3

Slide 8 - Tekstslide

Kun je samentrekkingen herkennen?


A
Ik vind het nog lastig.
B
Ik kan ze wel herkennen, maar nog niet goed verbeteren.
C
Meestal kan ik ze herkennen en verbeteren, sommige zinnen blijven lastig.
D
Ik heb dit onderdeel helemaal onder de knie.

Slide 9 - Quizvraag

Samentrekking controleren
  1. Hij hield van haar en haar handen vast
  2. Zij gaf veel om haar vader en hem een cadeautje
  3. Hier maakt men fietsen en grappen

Wat klopt er niet bij bovenstaande zinnen?

Slide 10 - Tekstslide

Samentrekking controleren

1. Functie: zinsdeel / woordsoort
2. Betekenis
3. Getal: enkelvoud / meervoud

Is alles gelijk, dan is de samentrekking correct.

Slide 11 - Tekstslide