Deel I - De politieke partijen uitgelegd NOSop3

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

03:37

Waarom zijn juist deze gegevens (data) over het stemgedrag van politieke partijen handig wanneer je politieke partijen met elkaar vergelijkt?

03:52

Waar staat BBB voor?

04:44

Noem 2 onderwerpen die voor de BBB centraal staan.

06:08

Waarin verschillen Caroline van der Plas en Mona Keijzer van elkaar?

06:40

Noem iets dat de BBB WEL wil en iets dat de BBB niet wil.

09:00

Noem iets dat de Bij1 WEL wil en iets dat de Bij1 niet wil.

10:31

Noem een standpunt die laat zien dat Bij1 'economisch links' is?

13:55

Waar staat de afkorting CDA voor?

14:39

Wat betekent 'rentmeesterschap'?

14:58

Wat maakt het CDA conservatief? Wat vinden zij daarin belangrijk?

15:52

Welke partijen hebben stemmers bij het CDA weggehaald?

19:21

Welke onderwerpen vind CU belangrijk? Noem er 3.

21:45

Het CU wordt ook wel een middenpartij genoemd. Maar leunt iets meer richting .... ?

23:14

Op basis van welke standpunten kun je D66 indelen bij de 'liberalen'? En op basis van welk standpunt bij de 'socialisten'?

23:45

Noem een progressief standpunt van D66.

27:43

Onder welke van de 3 hoofdstromingen kun je de politieke partij DENK plaatsen?

29:40

Noem een onderwerp dat volgens de politieke partij DENK wel aandacht moet krijgen en één onderwerp dat volgens hen geen aandacht moet krijgen.

30:56

Noem 3 onderwerpen waar FvD tegen is.

34:24

Welke twee politieke stromingen komen samen in de partij GL-PvdA?

37:54

Noem iets waar de partij GL-PvdA in wil investeren? en iets waar ze vanaf willen?