H17 Personages

Vrijdag 6 december
-terugblik : helden en schurken
- presentatie van de verhalen
-uitleg: les 38 personages
- maken: opdracht 1 t/m 5
-corrigeren en evalueren

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vrijdag 6 december
-terugblik : helden en schurken
- presentatie van de verhalen
-uitleg: les 38 personages
- maken: opdracht 1 t/m 5
-corrigeren en evalueren

Slide 1 - Tekstslide

Woensdag 5 december
terugblik les 4 , 5 en 17
Boek lezen voor het project: "de dood"
corrigeren van de opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Doel
Je leert welke soorten personages er zijn. 

Slide 3 - Tekstslide

Fictie is
A
Alles wat verzonnen is
B
Alles wat niet verzonnen is.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is fictie?

A
een krantenartikel
B
het boek 'Spijt' van Carry Slee
C
het dagboek van Anne Frank
D
Op Niveau

Slide 5 - Quizvraag

Ik weet wat een personage is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Personages
Personages kun je op drie manieren leren kennen:
  • Door wat ze zeggen en doen;
  • Door wat ze denken en voelen;
  • Door wat anderen over hen zeggen of denken.

Hoofdpersonen leer je vaak op alle drie de manieren kennen, bijfiguren niet.

Slide 7 - Tekstslide

Eigenschappen van personages
Personages hebben eigenschappen, net als echte mensen. Aan de hand van deze eigenschappen kun je het karakter van personages beschrijven.

Voorbeelden van eigenschappen:
Betrouwbaar, verlegen, meeloper, driftig, zenuwachtig, spontaan, lui, slim, brutaal, arrogant, kalm, heldhaftig, lief etc.


Slide 8 - Tekstslide

Personages
Hoofdpersonen en bijfiguren en boeken en films noem je personages. Je kunt ze onderverdelen in: 
1. Karakters (lijken op echte mensen)
2. Type (overdreven neergezet)

Personages en karakters: uiterlijk en innerlijk zijn belangrijk voor een verhaal en beeldvorming. 

Slide 9 - Tekstslide

Karakters
1. Een personage wat op een ‘echt ‘ mens lijkt. 
2. Hoofdpersonen zijn meestal karakters.
3. Hebben goede en slechte eigenschappen.
4. Veranderen gedurende een verhaal.

Slide 10 - Tekstslide

Type
1. Herkenbaar door uiterlijke kenmerken
2. Overdreven neergezet
3. Eerlijk of oneerlijk  / goed of slecht

Slide 11 - Tekstslide

Uiterlijk
Onder het uiterlijk van een personage verstaan we alles wat je aan de buitenkant ziet;
- lichaamsbouw / gedrag / relatie tot andere personages.

Slide 12 - Tekstslide

Innerlijk
Hiermee bedoelen we wat een personage denkt en voelt. 

Slide 13 - Tekstslide

Personage of karakter?

Michiel uit Oorlogswinter.
A
Type
B
Karakter

Slide 14 - Quizvraag

Type of karakter?

Harry Potter
A
Type
B
Karakter

Slide 15 - Quizvraag

Type of karakter?

Gargamel uit de smurfen
A
Type
B
Karakter

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag
Maken: les 24, opdracht 1-3

Klaar? huiswerk maken: blz 100: fragment (lezen)
                                                : blz. 101: opdracht 6 t/m 10



Slide 17 - Tekstslide

Check out-vraag:
Ik weet wat een personage is en wat de kenmerken van typen en karakters zijn.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll