2 De klassieke erfenis tijdens de middeleeuwen (les 3)

De klassieke erfenis tijdens de middeleeuwen

Deelvraag:
Hoe en waarom werden de klassieke beeldende kunst en architectuur tijdens de middeleeuwen gebruikt? 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De klassieke erfenis tijdens de middeleeuwen

Deelvraag:
Hoe en waarom werden de klassieke beeldende kunst en architectuur tijdens de middeleeuwen gebruikt? 

Slide 1 - Tekstslide

Waarom werd het christelijke kruis in de vroege jaren van het christendom vrijwel nooit gebruikt?
A
Het was een vernedering om het kruis te gebruiken. De kruisdood was namelijk één van de meest vernederende martelingen.
B
Het symbool van 'het kruis' was veel té opvallend.
C
De Romeinen maakten zelf ook gebruik van het symbool van 'het kruis'. Dit was verwarrend.
D
'Het kruis' zoals wij het vandaag de dag kennen bestond in die tijd nog niet.

Slide 2 - Quizvraag

Waar staat een pietas voor?

A
Bij de christenen stond een pietas voor de ziel van een overledenen of een orante.
B
In de Romeinse tijd stond een pietas voor de ziel van een overledenen of een orante.
C
Bij de christenen stond een pietas voor verantwoordelijkheidsbesef voor God, land en gezin.
D
In de Romeinse tijd stond een pietas voor verantwoordelijkheidsbesef voor God, land en gezin.

Slide 3 - Quizvraag

Stelling: Een Basilica is een van oorsprong heidens gebouw.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Het Oost-Romeinse of Byzantijnse rijk (1/4) 

  • 330 n.C. tot 1453 n.C. 
  • de hoofdstad werd Constantinopel
  • eis stan polis (‘in de stad’) later Istanboel

Slide 5 - Tekstslide

Het Oost-Romeinse of Byzantijnse rijk (2/4) 
  1. Vroege fase (330-650): splitsing van het Romeinse rijk al zichtbaar onder Theodosius I.
  2. Middenfase (650-1071): vanaf 650 kreeg het Byzantijnse Rijk te maken met dreiging vanuit het Westen, namelijk het Frankische Rijk en het Bulgaarse rijk. 

Slide 6 - Tekstslide

Het Oost-Romeinse of Byzantijnse rijk (3/4) 
2. Middenfase (650-1071): het rijk werd flink verzwakt door het iconoclasme, beter bekend als de ‘Byzantijnse Beeldenstrijd’. Diverse keizers riepen op om iconen (afbeeldingen van Christus) op kerken en in gebouwen te slopen. De ‘iconenvereerders’ zouden de religieuze strijd uiteindelijk winnen.

Slide 7 - Tekstslide

Het Oost-Romeinse of Byzantijnse rijk (4/4) 
3. Eindfase (1071-1453): de Turken trokken het Byzantijnse Rijk binnen n.a.v. de Vierde Kruistocht. Tijdens de kruistochten  trokken grote groepen westerse christenen door het Byzantijnse Rijk, op weg naar Jeruzalem. Na de verovering van Constantinopel door de Ottomaanse Turken op 29 mei 1453 kwam een einde aan het Byzantijnse rijk. 

Slide 8 - Tekstslide

Het gebruik van de Nimbus  
  • Oudheid = goddelijkheid van de keizer
  • Christenen =  voor christus in het bijzonder en later voor heiligen in het algemeen 
  • Byzantijnse vorsten = waren hoogwaardigheidsbekleders en geen (half-) goden. 

Slide 9 - Tekstslide

Icoon = een geschilderde of gebeeldhouwde voorstelling. 

Slide 10 - Tekstslide

Het gebruik van de diptiek   
  • Oudheid = door Romeinse consuls gebruikt als tweeledig beeld en tafeltje om er herinneringen aan hun regeerperiode op te bewaren 
  • Christenen = een schilderij gemaakt op twee luiken, gebruikt om de glorie van het christendom af te beelden 

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
Lees van paragraaf 2 de tekst onder het kopje 'christelijke kunst in een Romeinse keizersmantel'.
Maak de opdrachten 8 en 9 van paragraaf 2 (uit het werkboek).

Slide 12 - Tekstslide