Tijd? – Tot 13.40.
Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.
Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.
2. Overleg binnen je rij op fluistertoon of probeer een andere opgave.
3. Vraag de docent.
Klaar? – Nakijken daarna maken blz. 44 en 45.
Maken? – 1.4 opgave 21 t/m 26
Extra oefenen formules en vergelijkingen