Land van je leven. Les 3 t/m les 11.

Land van je leven
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Land van je leven

Slide 1 - Tekstslide

Inleiding Land van je Leven

Slide 2 - Tekstslide

De komende lessen ga jij een land ontwerpen                                                                    die te maken heeft met jouw eigen leven.
- Het is een individuele- en praktische opdracht.

- Je krijgt een cijfer voor: werkhouding-netheid en inhoud. 

- Je gaat werken in een Word-document.

- Je hebt een A3-vel ( 2x A4-jes) nodig.

- Je hebt je tekenspullen nodig bij deze opdracht.

Slide 3 - Tekstslide

Beoordeling - rubriek
Hoe het Land van je leven  beoordeeld wordt  lees je in de rubrik. Onder andere het volgende staat erin:

* Heb je de legenda helemaal ingevuld?
* Heb je de dingen die je hebt bedacht goed uitgelegd?
* Ziet de landkaart eruit alsof er goed aan gewerkt is?
* Zijn alle verplichte onderdelen terug te vinden op de landkaart?

Voor je legenda en je landkaart krijg je één cijfer die 2x mee telt voor je rapport.
Maar natuurlijk hopen we dat je zoveel plezier hebt in het maken van je land, dat je dat cijfer helemaal vergeet ;) 
Maak er wat moois van!

Slide 4 - Tekstslide

LAND VAN MIJN LEVEN

Welkom in dit leven! Je bent ooit gegroeid in de buik van je moeder en na 9 maanden was je er: een nieuwe wereldburger. Wie ben jij en wie of wat heeft jou gemaakt tot wie jij bent? Er zijn veel dingen die jouw leven bepalen, waar je niet per se zelf voor hebt gekozen. Alleen al dát je bestaat is iets dat jou is overkomen, iets wat je niet zelf hebt bedacht. Toen je werd geboren, kwam je in een gezin waar er voor je werd gezorgd door mensen die op hun beurt zelf ook weer gevormd zijn door hun ouders, cultuur en geloof of levensovertuiging. Het is goed om te beseffen dat je door heel veel dingen bent gevormd tot de persoon die je nu bent. Net als een pot van klei die op een draaischijf is gevormd door een pottenbakker.

Slide 5 - Tekstslide

Land van mijn leven
Betekent dat dat je helemaal niets te kiezen hebt? Natuurlijk niet! Nu zijn jullie langzamerhand volwassen aan het worden, en volwassen zijn heeft heel veel te maken met keuzes maken. Je ogen gaan er langzaam voor open dat de manier waarop jij leeft of je ouders of verzorgers jou opvoeden maar één manier van de velen is.
Ook kom je erachter dat de manier waarop jij denkt over de zin van het leven of wat er na dit leven gebeurt ook maar één van de vele manieren is. Dit kan een heftige periode zijn, omdat je ineens allerlei vragen gaat stellen over de dingen die eerst de normaalste zaak van de wereld voor je waren.

Slide 6 - Tekstslide

Wat heeft het Land van je leven met jou te maken?
In de opdracht ‘Het land van je leven’ ga je nadenken over wat jij belangrijk vindt en wat jou bezighoudt in je leven. Tijdens de komende lessen ga je een land ontwerpen wat hier iets over vertelt. In de landkaart die je maakt, hebben alle onderdelen een symbolische betekenis. 

Slide 7 - Tekstslide

Uitwerken in een legenda en een landkaart
Deze dingen ga je allemaal verwerken in een legenda en uitwerken in een landkaart. De legenda moet je helemaal ingevuld hebben. Alle onderdelen moeten erop terug te vinden zijn. Natuurlijk mag je ook zelf dingen erbij verzinnen. Denk er ook over na welke onderdelen iets met elkaar te maken hebben! Bijvoorbeeld een berg en een rivier, of een stad en een camping.


Slide 8 - Tekstslide

Hoe vult je de eerste gegevens in in je Legenda? De legenda is de pagina waarin je alles opschrijft bij elk onderdeel van het land van je leven:
- Vul je eigen naam in tussen de blauwe haakjes bovenaan de eerste pagina.
- Bedenk een naam voor je land en vul dat in tussen de blauwe haakjes achter Naam Land bovenaan  de derde  pagina.

* Helemaal links staat de kolom Onderdeel:                          
                                                                   hier staan de verschillende onderdelen van je land.
* In het midden staat  de kolom  Namen:                     
                                                                   hier schrijf je de namen in die jij bedenkt bij de verschillende onderdelen.
* Helemaal rechts staat de kolom Uitleg of Beschrijving:       
                                                                  hier schrijf je de uitleg van wat je met elke naam bedoeld.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe begin je de tekening met de eerste gegevens in je Legenda? 

- Bedenk eerst een vorm waarmee je je eigen land wil vormgeven. 

- Houd er rekening mee dat je eigen land het grootst moet worden getekent om alle onderdelen in te kunnen tekenen.

- Houd er ook rekening mee dat er ook drie buurlanden zijn en een zee met drie eilanden.

- De tekening maak je op een A3-vel of 2 A4-tjes aan elkaar geplakt aan de breedste zijde.

Slide 10 - Tekstslide

Enkele voorbeelden van de tekening
Het Land van je Leven
Voordat we beginnen met het invullen van de legenda en het maken van de tekening 
kijken we eerst naar enkele voorbeelden. Deze  tekeningen geven je een idee van hoe 
andere leerlingen hun persoonlijk land vormgegeven hebben. 
Jij mag het natuurlijk ook helemaal anders gaan doen want het is 
Het Land van jouw Leven.
Succes!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Steden:
Dit zijn de waardevolle dingen in jouw leven, waarvan je zeker weet dat ze altijd waardevol voor je zullen blijven.

Wat is belangrijk voor jou? 
Bijvoorbeeld: Familie, vrienden, Gamen, films kijken, Sporten

Noteer de namen van de steden in de middelste kolom NAMEN.
Leg uit wat je bedoeld met elke stadsnaam in de rechterkolom UITLEG.




Slide 17 - Tekstslide

timer
1:00
Welke namen heb je bedacht voor je steden?

Slide 18 - Woordweb

Welke betekenis hebben jou steden?
timer
2:00

Slide 19 - Open vraag

Stadsmuren:
Dit zijn de dingen die je doet, of juist niet doet, om die waardevolle dingen te beschermen.

Op welke manier wil jij de voor jou belangrijke waarden beschermen die je genoemd hebt bij de STEDEN?
 
Schrijf in in de kolom NAMEN hoe je dit noemt. Let op dat de door jou  eerst genoemde stadsmuur bedoeld is voor de eerst genoemde stad. De tweede stadsmuur is bedoeld voor de als tweede genoemde stad, enz..

Beschrijf in de kolom UILEG de uitleg wat je er voor over hebt om je waarden te beschermen:
Bijvoorbeeld: Stel dat  je een stad hebt die over je sport gaat, dan zou je nu bv. een sportmuur kunnen bedenken met als uitleg:
 Ik houd van sport en train twee  maal per week voor een goede conditie.

Slide 20 - Tekstslide

Welke stadsmuren heb je bedacht bij je verschillende
steden en leg uit wat elke stadsmuur betekent.
timer
2:00

Slide 21 - Open vraag

Campings:
Dit zijn de dingen die je op dit moment heel belangrijk vindt, en waar je veel mee bezig bent, maar waarvan je niet zeker weet of je ze je hele leven belangrijk blijft vinden

Wat vind jij nu nog heel belangrijk in je leven maar over een paar jaar vast niet meer?
Zet in kolom NAMEN wat het is.
Leg het daarna uit in kolom UITLEG.

Bedenk twee campings.

Slide 22 - Tekstslide

timer
2:00
Welke campings heb je en wat betekenen deze campings?

Slide 23 - Woordweb

Buurlanden:
Wat wil je buiten je leven houden? Dit zijn de dingen die je in de wereld via social media, internet, kranten of televisie ziet gebeuren, waar je bang of boos van kan worden, maar waar je zelf (nog) niet direct mee te maken hebt in jouw leven. Dat worden je buurlanden.

Schrijf bij de kolom NAMEN  dat wat jij niet in je leven wilt hebben als een naam van een land:
Bijvoorbeeld Pestland

Leg in de kolom UITLEG uit waarom niet:
Bijvoorbeeld je wilt niet gepest worden maar zelf ook niet anderen pesten.


Slide 24 - Tekstslide

Wat wil jij buiten je leven houden?
Welke buurlanden heb je?
timer
2:00

Slide 25 - Open vraag

Bergen

Dit zijn de dingen in jouw leven nu of in de toekomst, waar je tegenop ziet. Je hebt
er geen zin in, je bent er bang voor of het lijkt je heel moeilijk.


Iedereen ziet wel eens op tegen bepaalde dingen in zijn of haar leven.
Je kan ergens als een berg tegen op zien.

Schrijf in de kolom NAMEN waar je tegenop ziet.
Schrijf in de kolom UITLEG waarom je er tegenop ziet.

Slide 26 - Tekstslide

timer
1:00
Waar zie jij als een berg tegenop?

Slide 27 - Woordweb

Rivieren
 
De rivieren staan voor pijn of het verdriet die je hebt of hebt gehad. Dit kan pijn in je lijf- of in je gevoel zijn.

Iedereen wenst zichzelf een hoop goeds toe.
Maar het hoort bij het leven dat er ook wel eens dingen om je heen gebeuren waar je niet zo
blij mee bent. Dat hoort bij de stromende rivier die het leven heet.

Schrijf in de kolom NAMEN wat je hebt mee gemaakt.
Leg het uit in de kolom UITLEG.

Slide 28 - Tekstslide

Welk verdriet of pijn moest jij aan denken
en heb jij bij rivieren ingevuld?
timer
1:00

Slide 29 - Open vraag

Bruggen

De bruggen over de rivieren staan voor de oplossingen die je voor die pijn hebt gevonden, of wat of wie jou ermee helpt of heeft geholpen.

Minder leuke dingen horen bij het leven. Sommige dingen gaan voorbij of je leert er mee omgaan.

Maar wat heeft jou geholpen bij die minder leuke dingen in het leven? Het zijn als het ware de bruggen over je rivier heen om verder te gaan.

Schrijf in de kolom NAMEN wat of wie je geholpen heeft.
Leg uit in de kolom UITLEG op welke manier het geholpen heeft.

Slide 30 - Tekstslide

Wat heeft jou geholpen bij je pijn en/ of verdriet?
timer
2:00

Slide 31 - Open vraag

Standbeeld

 Ergens in je land staat een standbeeld van iemand waar je veel bewondering voor
 hebt en die nooit vergeten mag worden.

Voor wie heb jij een grote bewondering?
 Wie mag volgens jou niet worden vergeten?

Schrijf in de kolom NAMEN de naam van die persoon.
Leg in de kolom UITLEG uit waarom je die persoon zo bewonderd.

Bijvoorbeeld: Mijn oma. Omdat zij zo lang voor mijn opa gezorgd heeft.

Slide 32 - Tekstslide

timer
1:00
Voor wie heb jij een standbeeld bedacht en waarom?

Slide 33 - Woordweb

Eilanden

De eilanden staan voor karaktereigenschappen of talenten die je bij een ander ziet
en zelf ook wel zou willen hebben.


Welke karaktereigenschap (die je bij een ander ziet) zou jij graag willen hebben?
 
Schrijf bij de kolom NAMEN om welke eigenschap het gaat.
Leg  bij de kolom UITLEG uit waarom je die eigenschap zou willen hebben.

Dit zijn de eilanden in de zee.
Bijvoorbeeld: Rustig zijn op drukke momenten.

Slide 34 - Tekstslide

Welke eigenschappen zou jij willen hebben en waarom?
timer
1:00

Slide 35 - Open vraag

Bossen of weiden

De bossen of weiden staan voor hoe je jouw toekomst ziet. Welk werk doe je, ben
je samen met iemand of juist niet, wat wil je in je leven meegemaakt- of bereikt hebben?

Hoe zie jij je toekomst?
Wat doe je, wat wil je meegemaakt hebben, met wie ben je enz.,

Schrijf bij de kolom NAMEN:
Wat je nog wil meemaken- of bereikt hebben en of je samen - of alleen wil zijn, wie wil je in de toekomst zijn? Enz.
Leg in de kolom UITLEG het uit.

Bijvoorbeeld:  Ik wil docent worden, omdat ik de docenten hier op school met zoveel plezier zie lesgeven. Dat wil ik ook!

Slide 36 - Tekstslide

Hoe zie jij je toekomst voor je?
Wat wil jij nog willen doen/ bereiken?
timer
2:00

Slide 37 - Open vraag

Land van je leven 
uitwerken in een legenda en een landkaart
Deze dingen ga je allemaal verwerken in een legenda en uitwerken in een landkaart. De legenda moet je helemaal ingevuld hebben. Alle onderdelen moeten erop terug te vinden zijn. Natuurlijk mag je ook zelf dingen erbij verzinnen. Denk er ook over na welke onderdelen iets met elkaar te maken hebben! Bijvoorbeeld een berg en een rivier, of een stad en een camping.
                                                                                           SUCCES!
 


Slide 38 - Tekstslide