Hoofdstuk 1, paragraaf 1

Markten
Je kent de verschillende marktkenmerken
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Markten
Je kent de verschillende marktkenmerken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Op welke markt biedt deze man zijn product aan?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Link

Markt = het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen

Twee soorten markten:
- Concrete markt = de plaats waar vragers en
  aanbieders elkaar fysiek ontmoeten
- Abstracte markt = een markt waarbij geen fysieke 
  ontmoetingsplaats is

Slide 5 - Tekstslide

Welke markt is abstract en welke is concreet?
CONCRETE MARKT
ABSTRACTE MARKT
Webshop Ipads
Markt van coronavaccins
Bissinghmarkt in Ommen
Markt 2hands sneakers
Huizenmarkt Dedemsvaart

Slide 6 - Sleepvraag

Marktstructuur = de kenmerken van een 
markt op het vlak van onder andere:
  
1.    het aantal aanbieders en vragers
2.   de mate van productdifferentiatie = de mate waarin 
      producten verschillend zijn in de ogen van de consument
3.   het bestaan van toegangsdrempels = een ‘drempel’ waar
      een producent ‘overheen’ moet om te kunnen produceren
4.  de mate van doorzichtigheid van en de hoeveelheid 
      informatie op de markt 

Slide 7 - Tekstslide

1. het aantal aanbieders:
 Eén, een aantal, veel.....

Slide 8 - Tekstslide

Welke supermarkt heeft de meeste klanten?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Link

Marktaandeel
Afzet bedrijf : afzet hele markt x 100

Hoeveel % van de klanten heb je als bedrijf ten opzichte van de gehele markt.
Dominante aanbieder: heeft een een groot marktaandeel. Veel macht dus

Slide 11 - Tekstslide

2. de mate van productdifferentiatie
- homogene producten = producten die niet van elkaar verschillen
- heterogene producten = producten die van elkaar verschillen in
  de ogen van de consument, maar wel in dezelfde behoeften 
  voorzien
- gedifferentieerde producten = producten die van elkaar 
  verschillen, maar wel substitueerbaar zijn (Cola en Koffie) 
- onafhankelijke producten = producten die onderling niet 
  substitueerbaar 

Slide 12 - Tekstslide

3. het bestaan van toegangs- en uittredingsdrempels:
 Vergunningen, investeringen, 
technologie, 
schaalvoordelen, 
opleidingen, etc.

Slide 13 - Tekstslide

4. de mate van doorzichtigheid:
Openheid, openbaarheid en 
gedeelde of toegankelijke 
informatie en technologie, etc.

Slide 14 - Tekstslide

Maakwerk
Eerst: vraag & aanbod afmaken
Markt en overheid: opdracht 1, 2, 4, 5, 6

Slide 15 - Tekstslide