Hf 2 - 2.3. Waarom zou je lenen? (deel 1)

2.3. Waarom zou je lenen?
Wat heb je nodig?
Leerboek
Rekenmachine
Laptop


1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

2.3. Waarom zou je lenen?
Wat heb je nodig?
Leerboek
Rekenmachine
Laptop


Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Terugblik
  2. Uitleg en instructie
  3. Quiz
  4. Maakwerk voor vandaag 
  5. Filmpje
                                                         

Slide 2 - Tekstslide

Even kijken wat je nog weet...
Maak Herhalingsopdrachten op blz. 85,
opgaven 10 t/m 14
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Geldfuncties
  1. Ruilmiddel
  2. Rekenmiddel
  3. Spaarmiddel
Geldfuncties
Ruilmiddel
je koopt iets
Spaarmiddel
Geld bewaren om later uit te geven
Rekenmiddel
Om de waarde van iets in geld uit te drukken

Slide 4 - Tekstslide

Wat leer je vandaag?
  1. De redenen waarom je geld zou willen lenen.
  2. Hoe een lening werkt en hoe om de kosten van een lening te berekenen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Waarom zou je lenen?
Redenen om te lenen:
  • Je wilt iets duurs kopen en wilt niet wachten tot je zelf het geld hebt
  • Je hebt onverwacht dringend geld nodig

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Waarom zou je lenen?
Een lening bij de bank betaal je terug met een vast bedrag per maand:
  • Maandtermijn
  • Aflossing (terugbetalen van geleende geld)
  • Rente (vergoeding voor het gebruiken van het geld)

Slide 9 - Tekstslide

Quiz

Slide 10 - Tekstslide

Als je geld leent, moet je vantevoren bedenken of je later op tijd kunt terugbetalen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Het bedrag dat je terugbetaalt per maand voor een lening heet een
A
premie
B
maandtermijn
C
rente
D
aflossen

Slide 12 - Quizvraag

De maandtermijn bestaat uit twee delen.
A
premie
B
rente
C
aflossing
D
geld

Slide 13 - Quizvraag

Johan leent 5.000 euro bij de bank. Hij betaalt elke maand 150 euro terug aan de bank voor 3 jaar. Over hoeveel maanden betaalt hij in totaal terug?
A
12 maanden
B
36 maanden
C
48 maanden
D
60 maanden

Slide 14 - Quizvraag

Johan leent 5.000 euro bij de bank. Hij betaalt elke maand 150 euro terug aan de bank voor 3 jaar. Hoeveel betaalt hij in totaal terug?
A
5.000,-
B
5.125,-
C
5.400,-
D
6.754,21

Slide 15 - Quizvraag

Johan leent 5.000 euro bij de bank. Hij betaalt elke maand 150 euro terug aan de bank voor 3 jaar. Hoeveel rente betaalt hij?
A
5.000,-
B
230,-
C
970,-
D
400,-

Slide 16 - Quizvraag

Huiswerk
Maak blz. 66 t/m 69, opgaven 40 t/m 49.

Heb je alle Rekenopdrachten op blz. 90 af?

Klaar? Leer Samenvatting en Begrippen 2.3. op blz 78 en 79


Slide 17 - Tekstslide

Maakwerk
Maak op Pincode:

2.3. opgaven 40 t/m 49.

Maak in je boek:
Rekenopdrachten 
BK: blz. 90 opgaven 1 t/m 5





Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Wat heb je geleerd?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video