Present simple: bevestigend
Je gebruikt de present simple tense als iets
altijd, nooit of
regelmatig gebeurt. Of zoals in de video benoemd, bij:
- feiten School starts at 08:15 on Mondays
- gewoonten I usually eat a chocolate bar for lunch
Signaalwoorden: always, never, usually, sometimes, regularly, often, normally, every day, every year, etc.