3.1 Wat is democratie?

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Actualiteit

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Huiswerkvraag: Wat betekent de overwinning van Trump voor Nederland of Europa?

Slide 4 - Tekstslide

PO Parlementaire democratie

Slide 5 - Tekstslide

V4A en V4B vrijdag 8 november
  • Huiswerk: Wat betekent de overwinning van Trump voor Nederland en Europa?
  • Heeft iedereen een keuze gemaakt wat betreft de PO?
  • H3 Parlementaire democratie uitleg 3.1 Wat is democratie?
  • Aan de slag met opdrachten
  • Huiswerk: donderdag 14 november maken van 3.1: opdracht 1, 5, 7, 8, 11, 13abc

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

H3 Parlementaire democratie
Politiek gaat over zaken die ons allemaal aangaan. 
Nu of later.
De politiek neemt beslissingen die ook over jou gaan. 
Daarom is het belangrijk dat je weet hoe dit gebeurt en hoe je invloed kunt hebben.

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen H3
In deze paragrafen leer je:
  • Wat het  betekent om in een democratie te leven
  • Welke politieke partij het beste bij jou past (PO)
  • Welke politieke partijen er op dit moment in de Tweede Kamer zitten
  • Wat de rol is van de regering en van het parlement
  • Hoe de politiek beslissingen neemt in de gemeente, de provincie, het Rijk en de EU
  • Hoe je zelf via de politiek dingen kunt veranderen die je belangrijk vindt

Slide 9 - Tekstslide

V4A en V4B donderdag 14 november
1. Huiswerk: lezen 3.1
2. Actualiteit: kop uit de krant......
2. Toets rechtsstaat bespreken (gem. 6,6)
3. Verder met 3.1 (dia 14)
4. KEUZE: Aan de slag met opdrachten werkboek of je PO

Slide 10 - Tekstslide

Actualiteit
Uit de krant van deze week:

                      "Na geweld in Amsterdam laait politieke 
                             discussie over integratie weer op"


Wie kan deze kop uit de krant duiden?


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Kabinet onderzoekt vergaande maatregelen tegen antisemitisch geweld.
Welke?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Toets rechtsstaat bespreken

Slide 15 - Tekstslide

3.1 Wat is democratie?
18 miljoen mensen op een heel klein stukje aarde: dan moet er veel geregeld worden, anders wordt het een chaos. Dagelijks nemen politici besluiten die gevolgen voor jou kunnen hebben. 

De vraag van deze paragraaf is:
"Waarin verschilt een democratie van een autoritaire regime en wat zijn de voordelen van het leven in een democratie?"

Slide 16 - Tekstslide

Afghanistan 2021
  • Lezen: blz. 86 introductie tekst in je lesboek
  • Kijken aflevering 1 : 38:45 - 44:45
  • In tweetallen vraag 1 maken in je werkboek

De vorige les.....

Slide 17 - Tekstslide

Het is onze plicht om het te doen:
  • Omdat we broederschap nastreven. Broederschap is een van de drie waarden van de Franse Revolutie 
  • Omdat fundamentele mensenrechten worden geschonden.
  • Omdat het VN-Handvest militaire interventie toestaat bij grootschalig verlies van levens.
  • Het vergroot onze eigen veiligheid en bestaanszekerheid. Onderdrukking in andere landen heeft vrijwel altijd grote gevolgen voor andere landen. Denk aan vluchtelingenstromen en oorlogen 

De bevolking moet het zelf doen:
Inmenging schendt het rechtsbeginsel van non-interventie. Non-interventie is het beginsel dat staten zich niet in de interne politieke situatie van andere soevereine landen mengen.

Inmenging roept haatgevoelens op bij inwoners die de inval een schending van hun soevereiniteit vinden. De haatgevoelens ontaarden vaak in een gewelddadige strijd, met vele dodelijke slachtoffers als gevolg. Dat gebeurde in Afghanistan.  

Slide 18 - Tekstslide

Wereld bedekt met staten
De vraag van deze paragraaf is:
"Waarin verschilt een democratie van een autoritaire regime en wat zijn de voordelen van het leven in een democratie?"


Uitleg Vrede van Munster: staten respecteren in principe de onderlinge soevereiniteit en kunnen elkaar dus geen regels opleggen. 

Slide 19 - Tekstslide

Het belang van politiek
  • Wetten worden uitgevoerd door 'dienaren van de macht', zoals ministers, ambtenaren, politie en leger.

  • Algemeen belang


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Democratie

Slide 22 - Tekstslide

Representatieve democratie

Slide 23 - Tekstslide

Kenmerken democratie
  • Er is individuele vrijheid
  • Er gelden politieke grondrechten
  • Politie en leger hebben beperkte bevoegdheden
  • De rechtspraak is onafhankelijk
  • Er is persvrijheid

Slide 24 - Tekstslide

Parlementair of presidentieel stelsel
Parlementair stelsel: Nederland
  • Gekozen parlement is hoogste orgaan.
  • Uitvoerende macht wordt gekozen door parlement en moet verantwoording afleggen aan parlement.
  • Staatshoofd is meestal niet gekozen en heeft beperkte macht.
Presidentieel stelsel: Frankrijk & VS
  • Volk kiest parlement én president.
  • President heeft veel politieke macht.
  • President is hoofd van de regering en kan ministers benoemen en ontslaan. (Trump, Macron)
  • Om macht te beperken heeft de president meestal niet het ontbindingsrecht: het recht om het parlement te ontbinden.


Slide 25 - Tekstslide

De Nederlandse staat
  • 1814: Nederland wordt een constitutionele monarchie (Willem I)
  • 1848: onrust in Europa: koning Willem II geeft toe en wordt een parlementaire democratie met een constitutionele vorst
  • De macht ligt nu bij het parlement 

Slide 26 - Tekstslide

Democratie en grondwet
In de grondwet zijn vastgelegd:
  • De taken en bevoegdheden van de drie machten
  • Politieke grondrechten
  • Regels voor politieke besluitvorming
  • Media zijn vrij en de overheid moet ervoor zorgen dat ze over de juiste informatie beschikt

Slide 27 - Tekstslide

Autoritaire regimes
AUTORITAIR REGIME = een bestuursvorm waarin de 3 machten niet van elkaar gescheiden zijn maar in handen zijn van een kleine groep mensen.
Kenmerken:
  • Niet alle landen hebben een democratie als staatsvorm
  • Kritische participatie van burgers is vaak onmogelijk
  • schendingen van mensenrechten en politiek (overheids) geweld
  • gewone burgers weinig invloed en vrijheden
  • verkiezingsfraude
  • geen onafhankelijke rechtspraak
  • een autoritair regime kan geen rechtsstaat zijn
  • er is geen persvrijheid (censuur)


Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Antwoord:
Door het ontbreken van een tegenmacht in de vorm van kritische burgers, oppositie, journalisten en rechters kunnen de machthebbers snel en efficiënt besluiten nemen. 

Slide 30 - Tekstslide

Soorten autoritaire regimes

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Tussenvormen
veel landen hebben kenmerken van beide bestuursvormen: democratisch en autoritair.

Slide 33 - Tekstslide

blz. 92/93 in je tekstboek

Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag
Huiswerk: vrijdag 14 november maken van 3.1: opdracht 1, 5, 7, 8, 11, 13abc


Slide 35 - Tekstslide