Oefentoets unité 7

Welkom bij de oefentoets 
Je gaat opdrachten maken over:
passé composé
kloktijden 
zinnen 
woorden 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij de oefentoets 
Je gaat opdrachten maken over:
passé composé
kloktijden 
zinnen 
woorden 

Slide 1 - Tekstslide

Exercice un 
le passé composé
denk aan de 2 elementen 
element 1 = hulpw.w. (avoir, hebben)
element 2 = voltooid deelwoord 

Slide 2 - Tekstslide

Ik begrijp de passé composé
Oui, bien sûr!
Oui, un peu
Peut-être ...
Non, pas encore
Non, pas du tout :(
Oui, ça va

Slide 3 - Poll

timer
0:40
avoir : schrijf het rijtje van hebben op in het frans

Slide 4 - Woordweb

Deze zin is :
Je regarde la télé.
A
passé composé
B
présent
C
verleden tijd
D
nu

Slide 5 - Quizvraag

Deze zin is :
Ils ont regardé un film.
A
passé composé
B
présent
C
verleden tijd
D
nu

Slide 6 - Quizvraag

Nous ... des frites. (manger)

A
avez mangé
B
ai mangé
C
avons mangé
D
a mangé

Slide 7 - Quizvraag

Tu ... ton anniversaire? (fêter)

Slide 8 - Open vraag

Vous ... la soirée à table. (passer)

Slide 9 - Open vraag

Les élèves ... la radio. (écouter)

Slide 10 - Open vraag

J' ... avec ma grand-mère. (valser)

Slide 11 - Open vraag

Exercice deux
kloktijden

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Quelle heure est-il?
A
Il est une heure.
B
Il est trois heures.
C
Il est quatre heures.
D
Il est midi.

Slide 14 - Quizvraag

Quelle heure est-il?

Slide 15 - Open vraag

Quelle heure est-il?

Slide 16 - Open vraag

Quelle heure est-il?

Slide 17 - Open vraag

Quelle heure est-il?

Slide 18 - Open vraag

Quelle heure est-il?
2 tijden noteren!

Slide 19 - Open vraag

Quelle heure est-il?

Slide 20 - Open vraag

Quelle heure est-il?
A
il est huit heures
B
il est huit heures moins dix
C
il est huit heures moins cinq
D
il est huit heures cinq

Slide 21 - Quizvraag

Exercice trois 
combineer de feesten met de bijbehoren dingen 

Slide 22 - Tekstslide

La fête des mères
Le 14 juillet
Toussaint
Noël, le sapin

Slide 23 - Sleepvraag

Exercice quatre 
les phrases 

Slide 24 - Tekstslide

Wat doen we?
A
Qu'est-ce qu'on fait?
B
Est-ce qu'on fait?
C
Quoi?
D
Qu'est-ce qu'il fait?

Slide 25 - Quizvraag

We zullen een oplossing vinden.
A
On trouve une solution.
B
Nous une solution.
C
On va trouver une solution.

Slide 26 - Quizvraag

Ça commence à quelle heure?
A
Hoe laat is het?
B
Hoe laat kom je?
C
Hoe laat ben je er?
D
Hoe laat begint het?

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide