Argumenteren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Argumenteren

Wat is het verschil tussen een feitelijk en waarderend argument?

Want

en

Dus

Wat is het standpunt?

Welke argumenten worden er gegeven?

Welkom N3!

1. Boekenlijst en eindopdracht - uitleg en starten

2. Argumenteren - hoe maak ik een argument AUB?

3. Tijd over? Spelletje over argumenteren/debatteren of ..?

Wat leer je/oefen je?

Je leert om de belangrijkste elementen uit een verhaal te halen.

Je ervaart en beschrijft wat het lezen van verhalen met je doet.

Je oefent met het opstellen van een grondig argument.

Noem 1 argument voor of tegen de stelling 'Opgroeien in de stad is beter dan op het platteland.'

AUB?

Standpunt: opgroeien in de stad is (niet) beter dan op het platteland, want

Argument:

Uitleg:

Bijvoorbeeld:

Vul hier je AUB-argument in

Welke stelling zou jij kiezen voor het oefendebat?

1. De (maatschappelijke) stage op school moet afgeschaft worden
2. Het openbaar vervoer moet gratis worden in Nederland
3. Het is aan Gen Z om de wereld te redden
4. Vet eten is altijd ongezond

En nu?

Je hebt geleerd hoe je een AUB-argument samenstelt. 

Je maakt nu een keuze uit de taken:

1. Je kiest een leesboek uit en start met de eindopdracht

2. Je denkt alvast na over een tweetal voor het debat 

3. Je werkt aan de taak 'Lezen P3' in Numo

4. Lezen/ander vak

Horen, zien en zwijgen

Wat als je het wel hoort, maar niet ziet? Of andersom?

We oefenen met presenteren in houding/gebaren en in gesproken taal. Dat doen we door te oefenen met 'horen, zien en zwijgen.'