Rivieren hebben elk hun eigen stroomgebied met daarbinnen een eigen stroomstelsel.
Delen van een rivier zien er anders uit: bovenloop, middenloop en benedenloop. Elk heeft een eigen hoogteverschil (verhang en verval) en bepaalt daarmee de stroomsnelheid.
In verschillende delen stroomt het water harder of zachter en afhankelijk van de stroomsnelheid kan een rivier materiaal meenemen of neerleggen.
Er bestaan verschillende soorten rivieren: wadi, regenrivier, gletsjer of gemengde rivier.
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet waar de mens het water allemaal voor gebruikt.
Je begrijpt op welke manieren water vervuild wordt.
Je kunt voorbeelden noemen van duurzaam watergebruik.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Video
Hoeveel water gebruiken we eigenlijk?
Slide 6 - Tekstslide
Watergebruik
Toepassingen voor water:
persoonlijke verzorging
huishouden
recreatie
landbouw
transport
industrie
Slide 7 - Tekstslide
Watergebruik
Hier worden wortelen gewassen.
Hoe wordt het water voor industrieel watergebruik genoemd?
proceswater
Slide 8 - Tekstslide
Duurzaam gebruik
Er is een toenemende vraag naar schoon water, maar het aanbod blijft hetzelfde.
Om schoon water te besparen kun je regenwatergebruiken om bijv. de wc door te spoelen. Hoe wordt dit water genoemd?
grijs water
Slide 9 - Tekstslide
Duurzaam gebruik
Wat gebeurt er daarna met dit afvalwater?
Het wordt schoongemaakt in een rioolwaterzuiveringsinstallatie van het waterschap.