Quiz straattaal
1 / 9
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een
niffauw?
niffauw?
A
Nieuwe vrouw
B
Neef / vriend
C
Kat
D
Jointje
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een
fissa?
fissa?
A
Visje
B
Visa-card
C
Feestje
D
Docente
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een
dabkoe?
dabkoe?
A
Jointje
B
Dikke koe
C
Corpulent meisje
D
Hamburger
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een
dampoe?
dampoe?
A
Mist
B
elektrische sigaret
C
Rookwolk
D
Scheet
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent
taki tak?
taki tak?
A
Rumba
B
Gek
C
Praten
D
tik tok
Slide 6 - Quizvraag
Hij gooit kaolo veel herres op die chimmies?
A
Hij maakt veel lawaai op z'n drumstel
B
Hij gooit veel afval op straat
C
Hij treitert de chimpansees
D
Hij bezorgt meisjes veel stress
Slide 7 - Quizvraag
Fakka niffo, hoe is die libi?
A
Zeg vriend, wat heb je met je lip?
B
Dag vriend, hoe gaat het met je?
C
Ben je nu alweer blut?
D
Hoe gaat het met je neef?
Slide 8 - Quizvraag
Moet jij het differentiëren en de taxonomie nog integreren voor je beroepsproduct didactisch handelen?
A
Waar heb je het in vredesnaam over?
B
En nu in normaal Nederlands?
C
Wie?
D
Hier haak ik af!
