10.1 Dekolonisatie

10.1
De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld



tijdvak 10  - televisie en computer (vanaf 1950)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

10.1
De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld



tijdvak 10  - televisie en computer (vanaf 1950)

Slide 1 - Tekstslide

Modern imperialisme 
vanaf tijdvak 8 (1800-1900) stichten Europese moederlanden kolonieën in Afrika en Azië. 
Belangrijkste oorzaken: 
  • het verkrijgen van grondstoffen voor de opkomende industrie
  • het vergroten van de afzetmarkt voor de producten die in de industrie worden gemaakt

Slide 2 - Tekstslide

Opkomend verzet tegen imperialisme
Na WOI groeit in de kolonieën het verzet tegen de bezetting door het 'moederland'; het nationalisme neemt toe
belangrijkste oorzaken:
  • economische uitbuiting die alleen maar toenam na de crisis
  • het gebrek aan inspraak in het bestuur
  • de scholing van de inwoners van de kolonie

Slide 3 - Tekstslide

Dekolonisatie 

Na WOII ontstond er in de kolonieën in Azië en later ook in Afrika een steeds sterker wordend verzet tegen de koloniale bezetter. Dit resulteerde in dekolonisatie, het onafhankelijk worden van de kolonieën.
belangrijkste oorzaken 
  • WOII
  • Koude Oorlog

Slide 4 - Tekstslide


WOII als oorzaak van dekolonisatie
met name van kracht in Azië

  • Japan veroverde grote delen van Azië. Daarmee werd bewezen dat de westerse mogendheden (Frankrijk, Nederland etc) konden worden verslagen door Aziaten. De bewoners van de kolonieën voelden zich daardoor sterker staan tegenover hun bezetter.
  • Na de oorlog hadden de westerse mogendheden hun leger in de kolonieën nog niet op volle sterkte. De nationalisten gebruikten dit machtsvacuüm 

Slide 5 - Tekstslide

De door Japan bezette gebieden tijdens WOII

Slide 6 - Tekstslide

Wat hoort er bij de periode 1500-1800?
timer
0:20
A
Handelskolonialisme
B
Exploitatiekolonie
C
Dekolonisatie
D
Industrieel kolonialisme

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet de vernieuwde vorm van kolonisatie die in het einde van de 19e eeuw ontstond?
timer
0:20
A
Ostbewegung
B
Modern Imperialisme
C
Lebensraum
D
Dekolonisatie

Slide 8 - Quizvraag

Wat is dekolonisatie?
timer
0:20
A
Onafhankelijk worden van kolonies
B
Kolonies veroveren
C
Kolonies ontwikkelen zich

Slide 9 - Quizvraag

Waarom had de dekolonisatie na de Tweede Wereldoorlog veel succes?
timer
0:20
A
De Europese grootmachten waren verzwakt.
B
Inheemse jongens kregen onderwijs in het interbellum.
C
De VS en de Sovjet-Unie waren voorstanders van dekolonisatie.
D
De Japanners gaven veel koloniën onafhankelijkheid.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is er in essentie anders aan de dekolonisatie van Afrika in vergelijking met Azië?
timer
0:20
A
hij verliep geweldadiger
B
hij verliep later
C
hij verliep sneller
D
hij verliep eerder

Slide 11 - Quizvraag

Zet in de juiste volgorde van vroeger naar nu.

1. Vrijhandel, 2. handels-kolonialisme,
3 dekolonisatie, 4. industrieel kolonialisme
timer
0:20
A
1, 2, 3, 4
B
2, 4, 1, 3
C
2, 4, 3, 1
D
4, 2, 3, 1

Slide 12 - Quizvraag

Koude Oorlog als oorzaak van dekolonisatie
zowel in Azië als in Afrika 
Na 1945 gaan de aartsvijanden de VS en de SU op zoek naar bondgenoten. Zij steunen de kolonieën in hun strijd naar onafhankelijkheid. Dit in de hoop dat het later hun bondgenoten worden en dat sterker staan in de strijd

Slide 13 - Tekstslide



Gevolgen dekolonisatie


Als de kolonieën na een lange strijd eindelijk onafhankelijk worden, heeft dit twee belangrijke gevolgen:
  • het ontstaan van dictaturen (want er is nauwelijks bestuurservaring) en burgeroorlogen tussen verschillende bevolkingsgroepen
  • Grote westerse multinationals blijven aanwezig in deze landen, er is dus continuïteit op het gebied van economische uitbuiting

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit dat het verlies van de koloniën voor de westerse machten meer betekende dan alleen prestigeverlies.
timer
1:30

Slide 15 - Open vraag

Indonesië als voorbeeld
Het proces van dekolonisatie wordt hierna geïllustreerd met Indonesië als voorbeeld. De dekolonisatie van andere Aziatische landen, het Midden-Oosten en Afrika moet je zelfstandig bestuderen.
Er volgt een filmpje over de dekolonisatie van Indonesië met daarna een aantal vragen

Slide 16 - Tekstslide




Dekolonisatie en Nederland




Ook Nederland kreeg na WOII, als moederland,  te maken met het proces van dekolonisatie. Na de overgave van Japan roept Indonesië de onafhankelijkheid uit. Er volgt een filmpje over deze onafhankelijkheidsstrijd. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wat wordt bedoeld met de politionele acties?
timer
1:30

Slide 19 - Open vraag

Waarom zou er gekozen zijn voor het begrip politionele acties?
timer
1:30

Slide 20 - Open vraag

Waarom stemde Nederland uiteindelijk toe met de onafhankelijkheid van Indonesië?
timer
1:30

Slide 21 - Open vraag

er volgt een video die specifiek gaat over de politionele acties, geen verplichte kost, maar bedoeld voor de geïnteresseerden

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

KNIL
 Het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) dat in Indonesië tegen de nationalisten vocht, bestond niet alleen uit Nederlandse soldaten. Ook een grote groep Zuid-Molukse mannen vocht mee tegen de nationalisten. Hierna volgt een kort filmpje over deze Molukse soldaten en hun gezinnen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Leg kort uit waarom de Molukse soldaten in Nederland in barakken werden gehuisvest en niet in een gewone woonwijk.

Slide 26 - Open vraag

Het ontslag van de soldaten toen zij op Nederlandse bodem aankwamen wordt door historicus Hans Sakkers omschreven als ‘de grootste fout van de Nederlandse regering ten opzichte van de Molukkers’. Leg deze uitspraak uit.

Slide 27 - Open vraag

Een zin uit een Nederlands geschiedenisboek:
“Op 27 december 1949 wordt de soevereiniteitsoverdracht getekend, waarbij Indonesië onafhankelijkheid wordt verleend”.
Leg uit welk bezwaar een Indonesiër tegen deze weergave van de gebeurtenissen zou kunnen hebben.

Slide 28 - Open vraag