In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Herhaling hoofdstuk 3
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
-Formuleren van antwoorden opfrissen -Kennis van voor de vakantie ophalen -Gaten in je kennis herkennen
-Leertips
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Oorzaken welvaart 16de eeuw
1. Oostzeevaart: handel in graan en hout --> moedernegotie 2. Gespecialiseerde landbouw --> graan is niet nodig door Oostzeehandel Vooral veel zuivelproducten 3.Amsterdam wordt stapelplaats van Europa
Slide 4 - Tekstslide
VOC
1. Waarom werd dit bedrijf opgericht?
2. Met welk werelddeel handelden ze?
3. Waarin werd er gehandeld?
WIC
1. Waarom werd dit bedrijf opgericht?
2. Met welk werelddeel handelden ze?
3. Waarin werd er gehandeld?
Bespreek in een tweetal/drietal:
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wat is waar en
wat is niet waar?
NIET WAAR
WAAR
VOC- en WIC-schepen gingen dezelfde kant op.
De VOC en WIC mochten landen veroveren.
Op VOC schepen zijn geen tot slaafgemaakte mensen vervoerd.
De VOC en WIC mochten oorlog voeren.
1 op de 3 bemanningsleden overleefde de reis niet.
Slide 7 - Sleepvraag
Het bestuur van de Republiek
Kleine groep rijke burgers waren de baas: de regenten.
Zij hadden de macht in de steden en het bestuur van de gewesten: Gewestelijke staten.
Alle gewesten hadden eigen wetten en bestuur
Slide 8 - Tekstslide
Het bestuur van de Republiek
De gewesten werkten samen in de Staten-Generaal
Ze namen daar beslissingen over:
Buitenlandse politiek,
Verdediging van het land: leger en vloot
Bestuur van de koloniën
Slide 9 - Tekstslide
Johan de Witt
Raadspensionaris van Holland (minister-president)
Hij adviseerde de Staten-Generaal over de buitenlandse politiek en onderhield contacten met andere landen
Slide 10 - Tekstslide
Stadhouder
Leider van het leger
Altijd een afstammeling van Willem van Oranje.
Slide 11 - Tekstslide
1 De stadhouder nam alle belangrijke beslissingen. 2 Een absoluut vorst had de macht in handen. 3 Het volk mocht stemmen in verkiezingen. 4 Rijke burgers waren heel machtig. 5 Wie uit een voorname familie kwam, kon regent worden.
Welke cijfers passen bij het bestuur van de Republiek?
A
4 en 5
B
1 en 4
C
2 en 3
D
2 en 5
Slide 12 - Quizvraag
Sleep de omschrijvingen naar de juiste begrippen.
handelskapitalisme
stapelmarkt
commerciële landbouw
moedernegotie
Boeren produceren niet meer voor eigen levensonderhoud maar voor de markt.
Het handelen in producten is belangrijker dan het maken van producten.
Handel op de Oostzeevaart werd de belangrijkste vorm van handel
Opslaan van producten en deze pas verkopen als er schaarste is.
Slide 13 - Sleepvraag
Plaats de volgende woorden op de goede plek:
Regenten
Stadhouder
Staten-Generaal
Raadspensionaris
Gewestelijke staten
Slide 14 - Sleepvraag
Tips om de toets voor te bereiden
Begrippen leren (online)
Bekijk je aantekeningen en de Lessonup (lesdoelen)
Maak een samenvatting, gebruik hiervoor de blauwe tekstblokjes in je boek