Entity Relationship Diagram (deel 2)

Databases
Module 5
Hoofdstuk 4
Entity Relationship Diagram
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Databases
Module 5
Hoofdstuk 4
Entity Relationship Diagram

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les ken je de gebruikte symbolen om een ERD te maken, weet je wat kardinaliteit en optionaliteit is en kan je dit toepassen in een ERD

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een entiteit?

Slide 3 - Open vraag

Wat is een object?

Slide 4 - Open vraag

Wat is een attribuut?

Slide 5 - Open vraag

ERD (entiteiten)
Entiteiten worden in een ERD weergegeven met een rechthoek

Slide 6 - Tekstslide

ERD (relaties)

Slide 7 - Tekstslide

ERD (kardinaliteit)
We kunnen drie typen relaties onderscheiden:

  • één-op-veel (met het tegenovergestelde veel-op-één)

  • veel-op-veel

  • één-op-één

Slide 8 - Tekstslide

ERD (één-op-veel)





Bij de entiteit student behoort maximaal één relatie van het relatietype 'zit in'. Bij de entiteit klas kan meer dan één relatie van het relatietype 'zit in' behoren.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe omschrijf je de kardinaliteit tussen de entiteit "student" en het relatietype "leent".

Slide 10 - Open vraag

Hoe omschrijf je de kardinaliteit tussen de entiteit "student" en het relatietype "leent".





Bij de entiteit student kan meer dan één relatie van het relatietype leent behoren.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe ziet dit ERD eruit?
Bij een schoolbibliotheek kan een boekexemplaar maar door één student geleend worden. Anderzijds kan een student meerdere boekexemplaren lenen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

ERD (veel op veel)




Aan een onderwijsinstelling zijn verschillende docenten verbonden. Deze docenten geven les aan studenten. Elke docent geeft les aan meerdere studenten en elke student volgt lessen bij meerdere docenten. Hier is dus sprake van een veel-op-veel relatie. 

Slide 15 - Tekstslide

Hoe ziet dit ERD eruit?
In een sportschool staan verschillende fitnessapparaten. Ieder fitnessapparaat kan door verschillende sporters worden gebruikt (natuurlijk niet tegelijkertijd) en iedere sporter kan verschillende fitnessapparaten gebruiken. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

ERD (één op één)




Een klas heeft niet meer dan één mentor, en omgekeerd heeft een 
mentor niet meer dan één klas.

Slide 19 - Tekstslide

ERD (optionaliteit)
Bij een optionele relatie hoeft er niet per se een relatie tussen de entiteiten te bestaan. De optionaliteit zegt iets over het al dan niet verplicht aanwezig zijn van een relatie tussen entiteiten. De optionaliteit wordt aangeduid met het getal 0 of het getal 1:

  • Het getal 0 geeft aan dat er geen verplichte relatie is
  • Het getal 1 wil zeggen dat de verplichte relatie er wel is


Slide 20 - Tekstslide

ERD (optionaliteit)
De optionaliteit wordt vóór de cardinaliteit geplaatst en daarvan gescheiden door een komma. 

Slide 21 - Tekstslide

Hoe ziet dit ERD eruit?
Een student kan één boekexemplaar lenen, maar dat is niet verplicht. Een student mag ook meer dan één boekexemplaar lenen. Een boekexemplaar hoeft niet uitgeleend te zijn, maar als het uitgeleend is, kan het maar één keer tegelijk uitgeleend zijn.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide