Present perfect v Past simple
1 / 18
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
I lived in London
I have lived in London
She has lived in
London
Present Perfect
Past Simple
Slide 5 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
My cat died last week.
A
present perfect
B
past simple
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
I have known him all my life.
A
past simple
B
present perfect
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
I -----------a model helicopter last week.
A
have built
B
built
C
build
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Lucy lives in London. She -------- there for four years
A
lived
B
has lived
C
lives
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Present perfect:
I ...... (see)
I ...... (see)
A
I saw
B
I have seen
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Present perfect:
She .... (be)
She .... (be)
A
was
B
has been
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Make the present perfect:
I -----------an apple.
I -----------an apple.
A
have eaten
B
eat
C
ate
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
have / has + past participle (voltooid deelwoord) is:
A
past simple
B
present continuous
C
present perfect
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
This quiz has ended.
A
past simple
B
present perfect
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Which are the "signal words" for the Present Perfect?
A
already / ever / for / since / how long
B
was / were / been
C
however / although / always
D
when / how / always
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Which are the "signaalwoorden" for the Past Simple?
A
already / yet / / since
B
always / when / before
C
however / although / always
D
last year / yesterday / an hour ago
Slide 17 - Quizvraag
Present perfect: already, for, yet, never, ever, since, how long.
Past simple: last year, yesterday, in 2010, an hour ago.
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
