V3 Leesvaardigheid 2 Betrouwbaarheid

WELKOM
3 Kader
Welkom
V3T
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
3 Kader
Welkom
V3T

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Korte herhaling fictie
  3. Leerdoelencheck / leerwerkcheck Leesvaardigheid 1
  4. Leesvaardigheid 2: betrouwbaarheid
  5. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

Noem twee verschillen tussen literatuur en lectuur.

Slide 4 - Open vraag

Op een prachtige, warme nazomeravond wordt het levenloze lichaam
van een meisje gevonden. De dader heeft haar laatste minuten op
Snapchat gedeeld. Het is het gesprek van de dag. Zeker als ze niet het
enige meisje blijkt te zijn... Vijf meisjes die elkaar niet kennen. Eén
dader die de politie te slim af is. En iedereen kan meekijken. Niemand
is perfect, maar wat als de hele wereld dat ineens te zien krijgt?
A
lectuur
B
literatuur

Slide 5 - Quizvraag

Rex en Saskia zijn al de hele dag in de auto onderweg naar hun vakantiebestemming
in het uiterste zuiden van Frankrijk. Om een uur of zeven zijn ze nog ongeveer een uur
verwijderd van de plaats waar ze zullen overnachten. Ze stoppen bij een tankstation. Daar
gebeurt iets onbegrijpelijks. Als Saskia iets te drinken gaat halen, verdwijnt ze spoorloos.
Niemand heeft iets gezien en ook jaren later ontbreekt nog elk spoor. Rex krijgt een nieuwe
vriendin, hij pakt de draad van zijn leven weer op, maar de gedachte aan wat er met Saskia
is gebeurd, laat hem niet los. Dan ontvangt Rex op een dag bericht van iemand die precies
lijkt te weten wat er gebeurd is en bereid is dat aan Rex te vertellen.
A
lectuur
B
literatuur

Slide 6 - Quizvraag

Mediawijsheid: waarom het nodig is om kritisch te zijn


We lezen gezamenlijk de tekst op pagina 8 en 9. 

Ik deel weer leesbeurten uit! 

Slide 7 - Tekstslide

In de tekst staat: 'Daarom zal jij andere resultaten krijgen als je googelt op bijvoorbeeld 'sportvereniging' dan een klasgenoot. Hoe komt dit?

Slide 8 - Open vraag

Wat wordt bedoeld met de 'informatiebubbel'?

Slide 9 - Open vraag

Waarom is gekozen voor het woord 'bubbel' denk je?

Slide 10 - Open vraag

Leg uit waarom men denkt dat Donald Trump misschien wel president is geworden dankzij de 'informatiebubbel'.

Slide 11 - Open vraag

Waarom verzamelen bedrijven graag gegevens over hun klanten? Welke twee voorbeelden van hoe ze dit doen staan in de tekst?

Slide 12 - Open vraag

Is er in het volgende geval sprake van plagiaat?
Joachim schrijft een werkstuk over het Andesgebergte. Hij kopieert drie alinea's van Wikipedia en neemt deze letterlijk over. De rest van het werkstuk schrijft hij zelf. Omdat op Wikipedia niet staat vermeld wie de tekst over de Andes precies heeft geschreven, voegt Joachim geen bronverwijzing toe.
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Is er in het volgende geval sprake van plagiaat?
Esra houdt een interview met haar opa over hoe het was om een Turkse gastarbeider te zijn in Nederland. Zij geeft in de tekst de antwoorden van haar opa letterlijk weer tussen aanhalingstekens.
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

Is er in het volgende geval sprake van plagiaat?
Mink vindt het gedicht 'Voor een dag van morgen' van Hans Andreus zo mooi, dat hij het op een Valentijnskaart schrijft en anoniem aan zijn grote liefde verstuurt.
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Wat is mediawijsheid?

Slide 16 - Woordweb

Wat is phising?

Slide 17 - Woordweb

Op welke manier is internet van grote invloed op maatschappelijke ontwikkelingen en politiek?

Slide 18 - Woordweb

Noem een tip als het gaat om het opletten op internet met betrekking tot veiligheid en privacy (wat moet je wel/niet doen?).

Slide 19 - Woordweb

Huiswerkopdrachten bespreken

Slide 20 - Tekstslide

Leesvaardigheid 2
Doel: Je leert hoe je de betrouwbaarheid van informatie kan beoordelen.

Slide 21 - Tekstslide

Leesvaardigheid 2
Vertrouwen en betrouwbaarheid
 Vindplaats
 Belang van de auteur
 Deskundigheid van de auteur
 Actualiteit

Slide 22 - Tekstslide

Vertrouwen en betrouwbaarheid

Slide 23 - Tekstslide

Vindplaats

Slide 24 - Tekstslide

Belang en deskundigheid van de auteur

Slide 25 - Tekstslide

Actualiteit

Slide 26 - Tekstslide

In sommige advertenties of reclames prijzen mannen of vrouwen in doktersjassen bepaalde medicijnen/producten aan.

Slide 27 - Tekstslide

Welke indruk moeten de doktersjassen geven aan het publiek?

Slide 28 - Woordweb

Zijn de uitspraken in de reclame betrouwbaar? Leg je antwoord uit.

Slide 29 - Woordweb

Naast advertenties maken bedrijven soms ook gebruik van advertorials. 

Dit zijn advertenties in de vorm van een 'informatief' artikel. 

Slide 30 - Tekstslide

Waarom zouden advertorials effectief zijn? Ga in je antwoord in op belang en deskundigheid.

Slide 31 - Woordweb

Welke vier elementen zijn van belang bij het kijken naar de betrouwbaarheid van een tekst?

Slide 32 - Woordweb

Is de schrijver van deze tekst deskundig?
A
wel deskundig
B
niet deskundig

Slide 33 - Quizvraag

Welke vier elementen zijn van belang bij het kijken naar de betrouwbaarheid van een tekst?

Slide 34 - Woordweb

Een tekst is betrouwbaar als...
A
de schrijver ook een eigen standpunt over het onderwerp heeft.
B
de schrijver maar één deskundige aan het woord heeft gelaten.
C
de schrijver het doel van de tekst duidelijk aangeeft.
D
de schrijver belangrijke feiten en bronnen heeft genoemd.

Slide 35 - Quizvraag

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
Nieuwsartikel van 
De Speld: 
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 36 - Quizvraag

Een tekst is niet betrouwbaar als
A
er wetenschappers aan het woord zijn
B
de tekst uit een krant komt (bron)
C
de tekst te oud is
D
het doel is om te informeren

Slide 37 - Quizvraag

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
Nieuwsbericht op www.nu.nl.
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 38 - Quizvraag

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
1. Een verhaal over een bekend voetbalechtpaar in Story
Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 39 - Quizvraag

Is deze tekst betrouwbaar?
A
Ja, het is een krantenartikel
B
Nee, het is een krantenartikel
C
Nee, ik weet niet of het artikel actueel is.

Slide 40 - Quizvraag

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
8. een tekst over een afslankmiddel in een folder van de drogist
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 41 - Quizvraag

Is de schrijver van deze tekst deskundig?
A
wel deskundig
B
niet deskundig

Slide 42 - Quizvraag

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: di 24 september
  • Huiswerk: leren p. 10 t/m 12en maken Leesvaardigheid H2 opdr 1t/m3 en 8 en 9.
  • Meenemen: laptop, boek, leesboek, schrift en pen
  • Programma: leesvaardigheid 2 en 3

Slide 43 - Tekstslide