In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Voorbereiding SO H1 en H2
Slide 1 - Tekstslide
Deze les:
Je gaat eerst Hoofdstuk 2 nakijken. Het antwoordblad vind je op de ELO. Een aantal opdrachten uit H2 komen in iets andere vorm terug op de SO. Zorg er dus voor dat je het goed in je werkboek hebt staan!
Maak de quizvragen in deze LessonUp. Ging dit goed?
Gebruik de rest van de les voor het maken van een begrippenlijst en samenvatting H1 en H2.
Slide 2 - Tekstslide
Columbus maakte op zijn reizen gebruik van de wind. Waarom vertrok Columbus met zijn expeditie aan het eind van de zomer?
A
Vanwege de noordoostenwind
B
Vanwege de zuidwestenwind
C
Omdat de Atlantische oceaan dan relatief rustig is
D
Vanwege de oostenwind
Slide 3 - Quizvraag
Geef een omschrijving van het begrip exploitatiekolonie
Slide 4 - Open vraag
Geef 2 pullfactoren voor de migranten die vanuit Europa naar Amerika gingen.
Slide 5 - Open vraag
A-klimaat
B-klimaat
C-klimaat
D-klimaat
E-klimaat
droog klimaat
land klimaat
gematigd klimaat
tropisch klimaat
pool klimaat
Slide 6 - Sleepvraag
Temperatuurfactoren zijn: breedte ligging, hoogteligging, gesteldheid van het aardoppervlak en UV-straling
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
In het (mid-)noorden van de VS is het 's winters vaak erg koud. Noem twee temperatuurfactoren die deze kou in dit gebied veroorzaken.
Slide 8 - Open vraag
Noem de 5 temperatuurfactoren
Slide 9 - Open vraag
Waar gebruik je een klimaatgrafiek voor?
A
Een klimaatgrafiek gebruik je om het weer te voorspellen.
B
Een klimaatgrafiek gebruik je om de temperatuur af te lezen.
C
Een klimaatgrafiek gebruik je om de neerslag af te lezen
D
Een klimaatgrafiek gebruik je om de temperatuur en neerslag af te lezen.
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent de rode lijn op een klimaatgrafiek?
A
Neerslag
B
Regen
C
Temperatuur
D
Hoogteligging
Slide 11 - Quizvraag
Welk klimaat hoort bij de klimaatgrafiek? (Neerslag = 640 mm/jaar)
A
EF-klimaat
B
Af-klimaat
C
Df-klimaat
D
Cf-klimaat
Slide 12 - Quizvraag
Welk klimaat hoort bij de klimaatgrafiek? (Neerslag = 670 mm/jaar)
A
EF-klimaat
B
Af-klimaat
C
Df-klimaat
D
Cf-klimaat
Slide 13 - Quizvraag
Welk klimaat hoort bij de klimaatgrafiek? (Neerslag = 2365 mm/jaar)
A
EF-klimaat
B
Af-klimaat
C
Df-klimaat
D
Cf-klimaat
Slide 14 - Quizvraag
Welk klimaat hoort bij de klimaatgrafiek? (Neerslag = 220 mm/jaar)
A
ET-klimaat
B
Cw-klimaat
C
Dw-klimaat
D
Df-klimaat
Slide 15 - Quizvraag
Welk klimaat hoort bij de klimaatgrafiek? (Neerslag = 430 mm/jaar)
A
BW-klimaat
B
BS-klimaat
C
Aw-klimaat
D
Cw-klimaat
Slide 16 - Quizvraag
Welk klimaat hoort bij de klimaatgrafiek? (Neerslag = 100 mm/jaar)
A
BW-klimaat
B
BS-klimaat
C
Aw-klimaat
D
Cs-klimaat
Slide 17 - Quizvraag
Hoe ging de quiz?
Wat ging goed en wat kon beter? Neem dit mee in je voorbereiding op de SO!
Besteed de rest van de les aan het maken van een begrippenlijst (vetgedrukte woorden in je I-Book) en het maken van een samenvatting van H1 en H2. Gebruik hiervoor eventueel het document Kennen en Kunnen op de ELO.
Ben je niet zeker van de betekenis van bepaalde begrippen? Dan mag je me altijd even mailen!