Examen Spreken

Uitleg en voorbereiding 
op het examen Spreken 2F 



1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Uitleg en voorbereiding 
op het examen Spreken 2F 



Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet waar je presentatie over moet gaan.
  • Je weet hoe je je moet voorbereiden op je                         presentatie.
  • Je weet hoe je een presentatie opbouwt.
  • Je weet hoe een goede PowerPoint eruit ziet.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ziet het examen Spreken eruit?
  • Je presenteert in een groepje van 3 of 4 studenten. De presentatie moet gaan over een stelling waarover discussie mogelijk is. In je presentatie probeer je je publiek te overtuigen. Het onderwerp mag aansluiten bij je opleiding, maar ook bij je eigen interessegebied of berichten uit het nieuws. Je kunt ideeën opdoen op de site: https://schooldebatteren.nl/stellingen/ 
  • Voordat je aan je presentatie gaat werken, laat je eerst je stelling goedkeuren. 

Slide 3 - Tekstslide

Deelonderwerpen van het examen. 
  1. Je stelt jezelf voor en vertelt welke stelling je gaat bespreken. 
  2. Je legt uit waarom je deze stelling hebt gekozen.
  3. Je geeft je mening ten opzichte van de stelling.
  4. Je geeft minimaal 2 redenen waarom je dat vindt.
  5. Je geeft minimaal 1 reden uit je eigen omgeving om je mening te ondersteunen.
  6. Je vat je mening samen en geeft gelegenheid tot het stellen van vragen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Examen Spreken 2F
  • Je geeft een presentatie over een stelling aan een groepje van 3 studenten.
  • Een stelling is een uitspraak of bewering over een onderwerp. Jij geeft je mening over die stelling. Het maakt niet uit wat je mening is, maar je moet met argumenten je publiek te overtuigen.  https://schooldebatteren.nl/stellingen/- 
  • Stelling kiezen en laten goedkeuren
  • Informatie verzamelen
  • PowerPoint maken en inleveren in Magister
  • Oefen en time je presentatie (voor iemand anders en vraag feedback)
  • Je doet het examen in een groepje van 3 of 4 studenten. 
  • Het examen wordt opgenomen (alleen geluid).

Slide 6 - Tekstslide

Spreken 2F - Precondities
  • Nederlands gesproken
  • Verstaanbaar
  • Minimaal 80% uitgewerkt
  • 4 -6  minuten! 

> anders geen beoordeling. 

Slide 7 - Tekstslide

Spreken 2F - Beoordelingscriteria
  • Samenhang
  • Afstemming op doel
  • Afstemming op publiek
  • Woordenschat en woordgebruik
  • Verstaanbaarheid en grammaticale beheersing 

Slide 8 - Tekstslide

Inleiding

  1. Maak het publiek nieuwsgierig en introduceer het onderwerp.
  2. Stel jezelf voor.
  3. Vertel hoe jouw presentatie is opgebouwd.
  4. Maak duidelijk wanneer ze vragen kunnen stellen.

Slide 9 - Tekstslide

Middenstuk
  1. Behandel de deelonderwerpen in een logische volgorde.

  2. Zorg voor samenhang in jouw presentatie.
    Gebruik daarvoor signaalwoorden Signaalwoorden (Bijlage boek blz. 334 of online 1.4 Lezen)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slot
  1. Geef een korte samenvatting.
  2. Vraag of er nog vragen zijn.
  3. Bedank het publiek.

Slide 12 - Tekstslide

Waar moet je op letten bij het maken van een PowerPoint?

Slide 13 - Open vraag

PowerPoint
  • Wat is het doel van een PowerPointpresentatie?
  • Opbouw en inhoud 
  • Ondersteunen en  toevoegen 



Slide 14 - Tekstslide

Algemene tips PowerPoint
Een PowerPoint is bedoeld ter ondersteuning van jouw verhaal. Dus:

  • Houd de informatie kort: gebruik steekwoorden!
  • Zet maximaal vijf à zes regels tekst op één dia
  • Geef elke dia een korte titel die duidelijk maakt wat het deelonderwerp is.
  • Je mag foto's of tabellen gebruiken als dit wat toevoegt.
  • Controleer altijd of de tekst voor iedereen goed te lezen is en of er geen taalfouten in staan.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Waar is belangrijk bij presenteren? Wat moet je wel en niet doen?

Slide 20 - Open vraag

Houding
- Sta met twee benen op de grond. 
- Je armen langs je lichaam. 
- Rug recht, schouders naar achteren. 
- Ogen het publiek in. 

Slide 21 - Tekstslide

In een presentatie gebruik je verbale en 
non-verbale communicatie. 

Slide 22 - Tekstslide

Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Spreken
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video