Motorische stoornissen

Motorische stoornis
1 / 26
volgende
Slide 1: Woordweb
motorische stoornissenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Motorische stoornis

Slide 1 - Woordweb

Inhoud
  • Wat houd de stoornis in? 
  • Wanneer wordt het vastgesteld? 
  • Is het blijvend? 
  • Is speciaal onderwijs nodig? 
  • Welke hulp is mogelijk? 
  • Voorbeelden 
  • Hoe vaak komt het voor? 
  • Zijn er verschillende vormen van de beperking?
  • Kenmerken
  • Omgang en tips 
  • Activiteit 

Slide 2 - Tekstslide

Wat houd de achterstand in?
Een motorische ontwikkelingsachterstand is een achterstand in de ontwikkeling van het bewegen.
 Een kind heeft een motorische ontwikkelingsachterstand als de ontwikkeling niet leeftijdsadequaat verloopt.
 

Motorische problemen kunnen van invloed zijn op het dagelijks functioneren en de gehele ontwikkeling van het kind. Zowel op het gebied van de fijne motoriek en grove motoriek kunnen problemen ontstaan.

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer vastgesteld?
Wanneer kinderen een of meerdere van bovenstaande vaardigheden op de uiterste leeftijd in de tabel niet beheersen, kan sprake zijn van een motorische achterstand of stoornis

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Is de stoornis blijvend?

  • Stoornis is blijvend
  • Kan beperkt worden

Slide 6 - Tekstslide

Is er speciaal onderwijs nodig
  • Nee, niet nodig.
  • Behandeling; kinderfysiotherapie, ergotherapeut of Mrt.
 

Slide 7 - Tekstslide

Welke hulp is er mogelijk?
Kinderen met een motorische achterstand of beperking kunnen moeite hebben om bijv. een pen goed vast te houden of een goede schijfhouding aan te nemen. Gelukkig zijn er allerlei hulpmiddelen die het schrijven of vasthouden makkelijker maken
Penverdikker
Kinderfysiotherapie, ergotherapie en muziektherapie 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden
•Onhandige, houterige motoriek 
•Zichzelf stoten en andere dingen stoten 
•Veel vallen 
•Moeite met fijne motorische taken 
•Slecht handschrift 
•Moeite met het leren van fietsen en zwemmen 
•Niet mee kunnen komen met spelen op straat of op het schoolplein 
•Niet mee kunnen komen met het sporten in de gymles of de sportvereniging 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Hoe vaak komt het voor?
  • 6% van de schoolgaande kinderen
  • 4-11 jaar

Slide 11 - Tekstslide

Verschillende vormen?
DCD (coördinatie- ontwikkelingsstoornis)
(5 tot 6% van de schoolgaande kinderen)
grove en fijne motoriek 

Slide 12 - Tekstslide

DCD
Een ontwikkelingsstoornis van de coördinatie van bewegingen. 
Kenmerken
Het aanleren en uitvoeren van gecoördineerde motorische vaardigheden verloopt duidelijk onder het niveau dat verwacht mag worden gezien de leeftijd en de verstandelijke mogelijkheden van een kind om vaardigheden te leren en te gebruiken. 
Kenmerken
De problemen die het kind hierdoor ondervindt, hebben duidelijk invloed op zijn  of haar leven; bij allerlei dagelijkse taken thuis, op school en tijdens sport en spel.
Kenmerken
De symptomen beginnen op jonge leeftijd. De problemen die het kind heeft kunnen niet worden toegeschreven aan een andere oorzaak.

Slide 13 - Tekstslide

Kenmerken en symptomen
  • Het kind heeft problemen met fijn emotorisch taken
  • Het kind heeft problemen met schrijven
  • Het kind is onhandig
  • Het kind heeft een houterige motoriek. 
  • Het kind heeft een opvallende houding. 
  • Het kind heeft slappe of te hoge spierspanning. 
  • Het kind voert bewegingen te hard of juist te zacht. 
  • Het kind is heel druk en heeft moeite met stil zitten. 
  • Het kind heeft moeite zich te concentreren. 
  • Het kind is snel vermoeid

Slide 14 - Tekstslide

Omgang en tips
  • Therapeuten
  • Ondersteuning

Slide 15 - Tekstslide

De tekendans

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een Motorische achterstand?
A
Een achterstand in de ontwikkeling van het bewegen.
B
De laatste plaats in een motor race.
C
Een achterstand in het denk vermogen.
D
Een voorsprong in de ontwikkeling van het bewegen.

Slide 17 - Quizvraag

Waar kunnen problemen ontstaan in als er sprake is van Motorische achterstand?
A
In de fijne motoriek.
B
In de grove motoriek.
C
In zowel de grove als de fijne motoriek.
D
In de ontwikkeling van de hersenen.

Slide 18 - Quizvraag

Is de stoornis/achterstand blijvend?
A
Ja, je kan er helemaal niks aan doen.
B
Ja, maar het kan beperkt worden.
C
Nee, je kan er weer vanaf komen.
D
Nee, het duurt maar heel eventjes.

Slide 19 - Quizvraag

Hoe kan je de achterstand behandelen?

Slide 20 - Open vraag

Hoe kan je er voor zorgen dat een kind zijn pen wel goed vast kan houden?
A
Hij moet een potlood gebruiken.
B
Hij moet typen op de computer.
C
Hij gebruikt hulpmiddelen zoals penverdikkers.

Slide 21 - Quizvraag

Hoe vaak komt de achterstand voor?

Slide 22 - Open vraag

Op welke leeftijd komt de achterstand vaak voor?
A
1-3
B
4-11
C
12-23
D
24-50

Slide 23 - Quizvraag

Waar staat DCD voor?

Slide 24 - Open vraag

Wat zijn symptomen van DCD?

Slide 25 - Open vraag

Hoe kan je een kind met een motorische achterstand het best helpen?
A
Dat kan niet.
B
Door hem/haar rustig zijn/haar gang te laten gaan.
C
Naar therapeuten gaan.
D
Door activiteiten te gaan doen met het kind.

Slide 26 - Quizvraag