H1.2: Australië: een enorm land

Een voorgerecht of voorafje is een deel - ook wel gang genoemd - van een maaltijd. Het voorgerecht gaat vooraf aan het hoofdgerecht.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Een voorgerecht of voorafje is een deel - ook wel gang genoemd - van een maaltijd. Het voorgerecht gaat vooraf aan het hoofdgerecht.

Slide 1 - Tekstslide

Gebruik de kaart op blz 11 LB. Hoe heet het vakje rechtsboven in de kaart?
A
schaal
B
noordpijl
C
legenda
D
titel

Slide 2 - Quizvraag

Gebruik de kaart op blz 11 LB. Hoe groot is de schaal, die gebruikt wordt?

Slide 3 - Open vraag

Gebruik de kaart op blz 11 LB. Het schaalstokje is
anderhalve cm.
Hoeveel km geeft het schaalstokje aan?

Slide 4 - Open vraag

Wat moet ik doen om te weten te komen hoeveel "km" één cm in het echt is?
A
2 nullen wegstrepen
B
5 nullen wegstrepen
C
3 nullen wegstrepen
D
6 nullen wegstrepen

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel KM is 33.000.000 CM dus?

Slide 6 - Open vraag

Hoe luidt de titel van de kaart op blz 11 van je LB?

Slide 7 - Open vraag

Is de noordpijl aanwezig op de kaart in je LB op blz 11?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

H1.2: Australië: een enorm land

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen H1.2
Je weet:
  • het verschil tussen inzoomen en uitzoomen + de verschillende schaalniveaus. (vaardigheid 4)
  • het verschil tussen de absolute en relatieve afstand
  • welke verschillende landschappen in Australië voorkomen



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Vaardigheid 4: Inzoomen en uitzoomen
► Als je van een bepaald gebied wilt weten waar dit ligt in een groter gebied, dan ben je aan het uitzoomen. Je gaat van een grotere afstand naar het gebied kijken. Bijvoorbeeld als je eerst een kaart van de provincie Utrecht bekijkt en dan de kaart van Nederland erbij pakt om te kijken waar Utrecht in Nederland ligt. Andersom kun je een gebied ook van dichterbij gaan bekijken. Dat is inzoomen. Je bekijkt dan een kleiner stukje van het gebied nauwkeuriger. Dat doe je als je na de kaart van de provincie Utrecht de stadsplattegrond van de stad Utrecht bekijkt.

● Bekijk je een gebied van dichtbij – een stad of dorp – dan kijk je naar andere dingen dan wanneer je van veraf kijkt, bijvoorbeeld naar een heel werelddeel. De afstand waarmee je naar een gebied kijkt – van dichtbij met veel details, of van veraf met minder details – heet het schaalniveau. Er zijn verschillende schaalniveaus.
 Zie ook LB blz 141 Vaardigheid 4 Figuur 5
 Zie ook LB blz 141 Vaardigheid 4 figuur 6

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Werk in uitvoering 1!
Opdracht 1: Lees LB blz 10 "Kaarten van grote gebieden" en "Kaarten                        van kleine gebieden" goed door.
Opdracht 2: Noteer vragen die je misschien hebt in je     
                        aantekenschrift.
Opdracht 3: Maak digitaal H1 par 2 Digitaal opdr 1,  2, 3, 4
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Natuurlandschap
  • Niet door mensen ingericht
  • alleen natuurlijke elementen
  •                
  • oerbossen, bergen, rivieren


Slide 16 - Tekstslide

Ingericht landschap
  • Door mensen ingericht met:
  • inrichtingselementen (zitten aan de aarde vast) zoals:                   
  • wegen, bruggen, huizen, akkers
  • Vooral in het oosten, zuidoosten en westen van Australië.
  • Hier wonen de meeste mensen.


Slide 17 - Tekstslide

Werk in uitvoering 2!
Opdracht 1: Lees LB blz 10 "Enorme afstanden" en "Landschappen in                        Australië" goed door.
Opdracht 2: Noteer vragen die je misschien hebt in je     
                        aantekenschrift.
Opdracht 3: Maak digitaal opdr 4 (Vaardigheid 4 staat op blz 141 in                             LB)  5, 6, 7, 9 en de samenvatting
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Ga naar H2 par 2 digitaal. Kies met je buurman/vrouw: 
Controleer bij elkaar of je alles, wat in het leeroverzicht staat, ook echt kent. Stel elkaar dus vragen over de leerstof!

Wil je nog wat uitleg, dan weet je bij wie je moet zijn, toch?

Slide 19 - Tekstslide

Keuzemenu C aangepast:
Hoe ga jij naar school? Met de fiets? Lopend? Of met de trein of bus? Hoe je ook reist, je legt altijd een bepaalde route af. In dit menu ga je met behulp van Google Maps de fietsafstand van jouw huis naar school berekenen.
Hoe ga je dat doen? 
1. Ga naar Google Maps. (google.nl/maps) en kies in het menu De Fiets
2. Klik dan rechtsboven in het zoekvenster op Routebeschrijving (blauw vierkantje op zijn kant met een witte pijl erin). 
3. Vul in het vak  Je locatie  jouw adres in en daaronder het adres van de school: Zangvogelweg 4.
4. Klik op het vergrootglas. 
5. Noteer de relatieve afstand en de tijd die je erover zou doen om van thuis naar school te komen in je aantekenschrift. 
6. Noteer ook de absolute afstand van jouw huis naar school.
7. Maak nu digitaal  H1 Australië: anders actief: Keuzemenu: kies D (W24/W26 Docent)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide