Romeinse getallen

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Romeinse getallen (1/3)
De Romeinen gebruikten hun letters om cijfers op te schrijven. Hieronder staan de letters die zij daarvoor gebruikten:
 I = 1 
V = 5 
X = 10
L = 50
C = 100
D = 500
M = 1000

Slide 2 - Tekstslide

Romeinse getallen (2/3)
Sommige getallen worden juist geschreven door een reeks getallen, waarbij een kleiner getal van een groter getal wordt afgetrokken. 
Zo wordt het cijfer 4 bijvoorbeeld als IV geschreven: 5-1. 
Je schrijft 1900 dus zo: MCM

Slide 3 - Tekstslide

Romeinse getallen (3/3)
Alleen I, X en C worden van een hoger cijfer afgetrokken. Ook zijn alleen de combinaties IV, IX,XL, XC, CD en CM op die manier teruggevonden. Het getal 49 wordt dus niet  als 'IL' genoteerd maar als 'XLIX'
De tekens (= letters/cijfers) V, L en D mogen maar één keer in een getal voorkomen. 

Slide 4 - Tekstslide

Welk jaartal staat op dit gebouw?

Slide 5 - Open vraag

Romeinse getallen Oefeningen
Opdracht 1:
​
Schrijf jouw geboortejaar in Romeinse cijfers!

Opdracht 2:
Zie hiernaast!

Slide 6 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 2
19 - 23 - 44 - 59 - 9 - 31 - 78 - 99 - 155 - 2015

Slide 7 - Tekstslide

In welk jaar ben ik geboren?
MCMLXXVII

Slide 8 - Open vraag

In welke maanden zit
een Romeins getal?

Slide 9 - Woordweb

De hoeveelste maand was december dus oorspronkelijk bij de Romeinen?
A
eerste
B
twaalfde
C
tiende
D
vijfde

Slide 10 - Quizvraag

Met welke maand begon dus het Romeinse jaar?

Slide 11 - Open vraag

Naar welke god is deze maand genoemd?

Slide 12 - Open vraag

Romeinse kalender
  • Waarom is het logisch dat het Romeinse jaar in maart begon en wat heeft dat met Mars te maken?
  • Waaraan kun je ook in onze kalender nog zien dat februari eigenlijk de laatste maand was? Wat is er bijzonder aan februari?
  • De volgende vragen gaan over de maanden die oorspronkelijk Quintilis en Sextilis heetten ....

Slide 13 - Tekstslide

Naar wie is de maand juli genoemd?
A
Marcus Julius
B
Julius Caesar
C
Julius Cicero
D
Tiberus Julius

Slide 14 - Quizvraag

Welke maand is genoemd naar de eerste Romeinse keizer?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Video

Romeinse kalender
Hoe gaven de Romeinen aan welke datum het was?
Ze gingen uit van drie vaste momenten in de maand:
  • Kalendae = 1ste dag
  • Nonae = 7de (mrt, mei, juli, okt) of 5de dag (overige mnd.)
  • Idus = 15de dag (mrt, mei, juli, okt) of 13de (overige mnd.)
Vanaf daar telden ze terug: men telde hoeveel dagen het voor de volgende Kalendae, Idus of Nonae was. Dagen na de Idus werden gedateerd als “zoveel dagen voor de Kalendae van ...”.  
Hierbij telden de Romeinen inclusief de dag zelf van waaruit je terugrekent!

Slide 17 - Tekstslide

ante diem tertium Idus Martias
is dus ...
A
11 maart
B
12 maart
C
13 maart
D
14 maart

Slide 18 - Quizvraag

Kalendis Ianuariis is dus ...

Slide 19 - Open vraag

pridie Kalendas Ianuarias is dus ...
A
30 december
B
31 december
C
1 januari
D
2 januari

Slide 20 - Quizvraag

Mijn verjaardag is de zesde dag voor de Idus Aprilis. Welke datum is dat dus?
A
6 april
B
7 april
C
8 april
D
9 april

Slide 21 - Quizvraag

Waarom is de Idus van Maart zo beroemd geworden?

Slide 22 - Open vraag