In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we deze les doen?
Wat weet je al?
Uitleg Spelling H2
Zelf aan de slag!
Slide 2 - Tekstslide
Huiswerk
Dinsdag 21 december:
Spelling H1 opdr. 1 t/m 3 af.
Spelling H2 opdr. 1 t/m 3 af.
Slide 3 - Tekstslide
Doel van deze les:
Ik kan Engelse en Franse leenwoorden correct spellen.
Slide 4 - Tekstslide
Los in tweetallen de volgende raadsels op.
eaurub = werktafel
anvarac = vakantiehuisje op wielen
wlonc = grappenmaker
ywbooc = veedrijver
Kijk vervolgens samen wat opvalt aan deze woorden en wat ze gemeen hebben.
timer
2:00
Slide 5 - Tekstslide
OPLOSSING
eaurub = werktafel bureau
anvarac = vakantiehuisje op wielen caravan
wlonc = grappenmaker clown
ywbooc = veedrijver cowboy
Alle woorden komen uit een andere taal. Het zijn leenwoorden.
Slide 6 - Tekstslide
H2 Spelling: Leenwoorden
Leenwoorden zijn vanuit andere talen in het Nederlands terechtgekomen. De meeste woorden die we overnemen uit andere talen, worden na een tijdje aangepast aan het Nederlandse spellingsysteem.
Deze les kijken we hoe je Engelse en Franse leenwoorden kunt spellen.
Slide 7 - Tekstslide
H2 Spelling: Leenwoorden
Engelse leenwoorden
Een samenstelling van Engelse woorden schrijf je in het Nederlands als één woord: latenightshow, voicemail.
Als het rechterdeel van de samenstelling een Engels voorzetsel is, plaats je een koppelteken: time-out, sit-up.
Als de combinatie wordt gezien als een woordgroep, schrijf je de delen los: second opinion, low budget
Slide 8 - Tekstslide
Welk Engelse leenwoord is onjuist gespeld?
A
coverstory
B
eye liner
C
glamourgirl
D
make-up
Slide 9 - Quizvraag
Welk Engelse leenwoord is onjuist gespeld?
A
intensive care
B
sandwich
C
smash
D
pick up
Slide 10 - Quizvraag
H2 Spelling: Leenwoorden
Franse leenwoorden
In sommige Franse woorden schrijf je accenten op een klinker:
accent aigu (logé)
accent grave (crèche)
accent circonflexe (crêpe)
> Zoek in tweetallen voor elk accent drie woorden waarin het accent gebruikt wordt.
timer
3:00
Slide 11 - Tekstslide
Noteer hier welke woorden jullie bij elk accent gevonden hebben. Wat valt er op aan de uitspraak?
Slide 12 - Open vraag
H2 Spelling
Franse leenwoorden
In sommige Franse woorden schrijf je accenten op een klinker:
accent aigu (logé)
accent grave (crèche)
accent circonflexe (crêpe)
Andere Franse woorden schrijf je zonder accenttekens: controle, diner
In een woord dat echt als Frans aanvoelt, blijven alle accenttekens staan. Vooral bij woordgroepen (déjà vu)
Slide 13 - Tekstslide
ê
é
è
accent aigu
accent grave
accent circonflexe
Slide 14 - Sleepvraag
Welk accent bevat dit woord?
blèren
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe
Slide 15 - Quizvraag
Welk accent bevat dit woord?
coupé
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe
Slide 16 - Quizvraag
Welk accent bevat dit woord?
frêle (fijngebouwd)
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe
Slide 17 - Quizvraag
Aan de slag!
Maak H2 - Spelling Leenwoorden: opdr 1-3.
Je mag dit samen doen, maar overleg zachtjes.
Werk uit het boek!
Klaar?
Maak de extra opdracht (4), lees uit je leesboek of ga 'Trainen' via NN Online.