3H : la phrase interrogative

3H3
chapitre 3


Poser des questions 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3H3
chapitre 3


Poser des questions 

Slide 1 - Tekstslide

Welke vraag is NIET correct?
A
Où est-ce que tu habites?
B
Où est-ce que habites-tu?
C
Où habites-tu?
D
Tu habites où?

Slide 2 - Quizvraag

Welke vraagzinnen zijn correct?

2 antwoorden zijn goed!
A
Est ce-que tu aimes les chats?
B
Est ce que tu aimes les chats?
C
Tu aimes les chats?
D
Est-ce que tu aimes les chats?

Slide 3 - Quizvraag

Welke vraag hoort bij dit antwoord?
Oui, je parle français
A
Est-ce que je parle français?
B
Quelle langues parles-tu?
C
Parles-tu français ?
D
Parles-tu français ou anglais?

Slide 4 - Quizvraag

Maak de volgende zin op 3 manieren vragend :
tu donnes un cadeau ?

Slide 5 - Open vraag

Poser des questions

Op welke 3 manieren maak je zinnen vragend in het Frans (zonder vraagwoorden)?

1.


2.


3.


timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

Welke vraagzin is niet juist?
A
Tu vas où?
B
Est-ce que tu vas où?
C
Où est-ce que tu vas?
D
Où vas-tu?

Slide 7 - Quizvraag

Welke vraag is niet juist?
A
Tu as regardé cette série?
B
Est-ce que tu as regardé cette série?
C
As-tu regardé cette série?
D
As-t-tu regardé cette série?

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

quand
comment
combien
Pourquoi
Qui
Que
waar
wanneer
hoe
hoeveel
Waarom
Wie
Wat

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Maak de volgende vraag op nog twee andere manieren vragend: 'Ils arrivent quand?'

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

quelles
quel
quels
quelle
sont les solutions?
est le livre de Pierre?
sont les cadeaux?
est la vérité?

Slide 16 - Sleepvraag

Evaluatie 1
Kun je nu antwoord geven op deze vragen?
Ik kan op drie manieren een zin vragend maken, namelijk:
1.
2.
3.

Slide 17 - Tekstslide