Kijk naar onderstaande vragen in de verleden tijd. Wat is het verschil tussen deze twee zinnen?
Tip: kijk naar hoe de werkwoorden gebruikt worden.
Were you late for school yesterday? Did you work in the supermarket yesterday?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2
In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Questions
Kijk naar onderstaande vragen in de verleden tijd. Wat is het verschil tussen deze twee zinnen?
Tip: kijk naar hoe de werkwoorden gebruikt worden.
Were you late for school yesterday? Did you work in the supermarket yesterday?
Slide 1 - Tekstslide
Questions in the Past Simple
Rule 1
was/were & could, would, must -> beginning of the question
(= auxiliaries = hulpww)
Slide 2 - Tekstslide
Toelichting regel 1
- was / were is de verleden tijd van het werkwoord 'be'.
- een hulpwerkwoord is het 1e werkwoord in de zin van twee werkwoorden in totaal. I must go to school. > 2 werkwoorden > must go.
could = kon, konden would = zou, zouden must = moeten
Slide 3 - Tekstslide
Examples
Was I late for school? Could he help me with my homework?
Slide 4 - Tekstslide
Turn this sentence into a question: You were happy to go back home.
Slide 5 - Open vraag
Rule 2 All other verbs:
Did + subject + verb
Slide 6 - Tekstslide
examples:
He worked at the supermarket yesterday. Did he work at the supermarket yesterday?
We went to the swimming pool last week. Did we go to the swimming pool last week?
Slide 7 - Tekstslide
Make a question: She built this entire house.
Slide 8 - Open vraag
Make a question: I grabbed my books.
Slide 9 - Open vraag
Rule 3: Question Word Questions Een vraagwoord (what, where, when, how, why, who, which) staat vooraan, gevolgd door een vraag volgens regel 1, 2 of 3.
What did you do yesterday?
Slide 10 - Tekstslide
Examples
Wheredid you put your keys?
Howwas the pasta? Whodid you talk to? Whendid Daisy leave for school?
Slide 11 - Tekstslide
Make a question: When - you work ?
Slide 12 - Open vraag
More examples
Did you go to school yesterday? Did he do his homework last week?
Was Peter at home all weekend? Were they at Daniel's birthday party on Saturday?
Slide 13 - Tekstslide
Question Word Questions
One special form: Subject questions
Dad went to the grocery shop last night.
Question?
Slide 14 - Tekstslide
Past Simple Negative
Regel 1 Bij was/were en een hulpwerkwoord voeg je not toe aan het werkwoord. Je voegt het werkwoord + not samen door > n't wasn't / weren't / couldn't
Slide 15 - Tekstslide
Examples
it wasn't sunny yesterday.
My parents weren't at home this morning. I couldn't see the Mona Lisa in Paris.
Slide 16 - Tekstslide
Vorm een ontkenning: He would help me an hour ago.
Slide 17 - Open vraag
Vorm een ontkenning: She heard a weird sound.
Slide 18 - Open vraag
past simple negative
Regel 2 Bij alle andere werkwoorden gebruik je didn't. Begin met het onderwerp - didn't - hele werkwoord - rest van de zin.
Let op! Het werkwoord verander je weer terug naar het hele werkwoord, net als bij een vraag!
Slide 19 - Tekstslide
Toelichting regel 2
He sent me a book. He didn't send me a book.
Opbouw ontkenning: onderwerp - didn't - hele werkwoord - rest van de zin. Let op! sent (2e vorm) verandert naar send (1e vorm).
Slide 20 - Tekstslide
More examples
You cut too many onions. You didn't cut too many onions.
I studied two hours last week. I didn't study two hours last week.
Slide 21 - Tekstslide
Make this negative: You learnt three words.
Slide 22 - Open vraag
Leerdoel bereikt? Ik kan een vraag vormen in de past simple.
A
Yes
B
Almost, I need more practice
C
No, I need more explanation.
Slide 23 - Quizvraag
Leerdoel bereikt? Ik kan een ontkenning vormen in de past simple.
A
Yes
B
Almost, I need more practice.
C
No, I need more explanation.
Slide 24 - Quizvraag
Exit ticket > Vorm een vraag: I finished my book today.
Slide 25 - Open vraag
Exit ticket > vorm een ontkenning: We were late for school.