7.1 Constant inwendig milieu

7.1 Constant inwendig milieu


Je kunt beschrijven hoe bij de mens een vrij constant
inwendig milieu wordt gehandhaafd.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.1 Constant inwendig milieu


Je kunt beschrijven hoe bij de mens een vrij constant
inwendig milieu wordt gehandhaafd.

Slide 1 - Tekstslide

Uitscheiding =

Het verwijderen van (afval)stoffen uit het bloed/lichaamsvloeistoffen, het lichaam uit. 

Noem 3 uitscheidingsorganen.........

Slide 2 - Tekstslide

Een orgaan is pas een uitscheidingsorgaan als
de uit te scheiden stof 
EERST in het bloed is geweest!

Slide 3 - Tekstslide

Uitscheidingsorganen
Nieren
Lever
Longen
Huid
afvalstoffen zoals ureum
ureum (via nieren)
koolstofdioxide
water
water
gal (via 12-vingerige darm)
water
zout
zout 
overmaat vitamines en mineralen
Neem dit over in je schrift!

Slide 4 - Tekstslide

Inwendig milieu

Het inwendige milieu bestaat uit het weefselvloeistof en het bloedplasma


Het inwendige milieu moet constant van samenstelling blijven.


Dit wordt constant gehouden door opname, opslag en uitscheiding van stoffen uit het uitwendige milieu.


Slide 5 - Tekstslide

Uitwendig milieu

  • Uitwendig milieu = je omgeving + inhoud van je darmkanaal,    longen, blaas

  • Als een stof een celmembraan gepasseerd heeft, zit het in je inwendig milieu.

Slide 6 - Tekstslide

Opslag

Lever en spieren: glycogeen.
Lever: mineralen en vitaminen.
Huid en geel beenmerg: vet.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is je inwendige milieu
A
weefselvloeistof
B
bloedplasma
C
weefselvloeistof samen met het bloedplasma in je lichaam
D
alles in je darmen

Slide 8 - Quizvraag

De longen houden het inwendig milieu constant door:
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 9 - Quizvraag

Darmkanaal houdt het inwendige milieu constant door
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 10 - Quizvraag

Maak nu eerst opdracht 1 en 2
op pag. 144 van je werkboek

Slide 11 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 1

Slide 12 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 2

Slide 13 - Tekstslide

HUISWERK
Opdracht 3 en 4

Slide 14 - Tekstslide