paragraaf 4 maatschappijleer BK

Integratie lukt alleen als er …. en tolerantie is voor elkaar. Welke woord hoort op de puntjes?
A
respect.
B
stereotypen.
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Integratie lukt alleen als er …. en tolerantie is voor elkaar. Welke woord hoort op de puntjes?
A
respect.
B
stereotypen.

Slide 1 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Discriminatie is mensen in dezelfde situatie ongelijk behandelen.
2. Door discriminatie lopen veel allochtonen taalachterstand op.

A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 2 - Quizvraag

De Turk Ahmed is in Amsterdam geboren. De Nederlandse normen en waarden keurt hij af.

A
Ahmed is helemaal geïntegreerd.
B
Ahmed is niet geïntegreerd.

Slide 3 - Quizvraag

De ouders van Hakim komen uit Marokko, maar zelf is hij in Nederland geboren. Hij wil leraar worden op een basisschool en hij heeft zijn diploma al gehaald. Toch kan hij geen werk vinden. Welke reden is het meest waarschijnlijk?
A
Marokkanen weten niet goed hoe ze werk moeten vinden.
B
Hakim heeft een grote taalachterstand.
C
Allochtonen worden soms gediscrimineerd.

Slide 4 - Quizvraag

Integratie betekent dat allochtonen:
A
zich helemaal aanpassen aan de Nederlandse cultuur.
B
zich helemaal niet aanpassen aan de Nederlandse cultuur.
C
zich gedeeltelijk aanpassen aan de Nederlandse cultuur.

Slide 5 - Quizvraag

Bij integratie hoort dat Nederlanders:
A
andere subculturen afwijzen.
B
andere culturen accepteren.
C
hun eigen cultuur opgeven.

Slide 6 - Quizvraag

Integratie lukt alleen als er …. en tolerantie is voor elkaar. Welke woord hoort op de puntjes?
A
liefde.
B
stereotypen.
C
vooroordelen.
D
respect.

Slide 7 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Discriminatie is mensen in dezelfde situatie ongelijk behandelen.
2. Door discriminatie lopen veel allochtonen taalachterstand op.

A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 8 - Quizvraag

De ouders van Hakim komen uit Marokko, maar zelf is hij in Nederland geboren. Hij wil leraar worden op een basisschool en hij heeft zijn diploma al gehaald. Toch kan hij geen werk vinden. Welke reden is het meest waarschijnlijk?
A
Marokkanen weten niet goed hoe ze werk moeten vinden.
B
Hakim heeft een grote taalachterstand.
C
Allochtonen worden soms gediscrimineerd.
D
Hakim wil niet integreren.

Slide 9 - Quizvraag

Welke vorm van aanpassen kiezen de meeste nieuwkomers in Nederland?
A
Integratie.
B
Helemaal aanpassen aan Nederlandse gewoonten.
C
Helemaal niet aanpassen.
D
Discriminatie.

Slide 10 - Quizvraag

Hoe passen veel autochtone Nederlanders zich aan de allochtonen aan?
A
Ze leren hun taal.
B
Ze nemen hun feestdagen over.
C
Ze eten hun gerechten.
D
Ze nemen hun godsdienst over.

Slide 11 - Quizvraag