Lezen - tekstdoel en tekstsoort

Hoofdstuk 6 - Lezen
Tekstdoel en tekstsoort
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 85 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6 - Lezen
Tekstdoel en tekstsoort

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Het doel van de les bespreken
  • Herhaling van de vorige les
  • Uitleg over tekstsoorten
  • Uitleg over tekstdoelen 
  • Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
  • Na deze les weet je wat een tekstsoort is.
  • Na deze les weet je wat een tekstdoel is.


Slide 3 - Tekstslide

Eerst nog even naar de vorige les...

Hoofdgedachte, onderwerp en deelonderwerpen. Wat zijn dat ook alweer?

Schrijf op je wisbordje wat je nog weet. Hier krijg je twee minuten de tijd voor. 

Slide 4 - Tekstslide

Tekstdoelen/tekstsoorten
- Heb je hier al een keer les over gehad?
- Wat weet je hier over?
- Wat is een tekstsoort?
- Wat is een tekstdoel?
- Waar kom je deze begrippen tegen denk je?

Slide 5 - Tekstslide

De uitleg
Als je een tekst schrijft, dan doe je dat vaak met een doel. Deze tekstdoelen kun je verdelen in vier soorten: 
Amuseren = je wilt iemand vermaken, dus met een roman, stripverhaal, kortverhaal, mop of een leesboek.  
Informeren = je wilt de lezer iets vertellen. Dit kan bijvoorbeeld via een krant, een gebruiksaanwijzing, een instructie, een studieboek of een folder.  
Overtuigen = het doel van deze tekst is dat de schrijver wil dat de lezer dezelfde mening krijgt als de schrijver. Dat kan door middel van een ingezonden brief of een column. 
Overhalen/activeren = het doel van deze tekst is dat de schrijver de lezer probeert iets te laten doen of iets niet te laten doen. Het doel van deze tekst is activeren. Dat kan bijvoorbeeld door een advertentie of een uitnodiging. 

Slide 6 - Tekstslide

Bekijk onderstaande afbeelding:

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Opdracht
Bekijk de twee afbeeldingen op het bord. Benoem bij deze afbeeldingen het tekstdoel en het tekstsoort. Je mag het schema uit de vorige dia gebruiken. 

Slide 9 - Tekstslide

De opdracht:
Je vormt samen met een klasgenoot een tweetal en zoekt met z'n tweeën drie teksten op op het internet. Bij elke tekst benoem je wat het tekstdoel, tekstsoort en het onderwerp van de tekst is. 

Let op: je mag niet drie dezelfde soort teksten gebruiken, dus niet drie nieuwsartikelen van het AD. 

Slide 10 - Tekstslide

Terugblik op de les
Vul het reflectieformulier in dat je hebt gekregen. 

Slide 11 - Tekstslide