het bijwoord/ l'adverbe

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

L' adverbe

Het Bijwoord

Het bijwoord - l'adverbe

1. Bekijk het filmpje en maak aantekeningen (15 minuten, individueel)
   

Een bijwoord zegt iets over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord, een ander bijwoord of een hele zin

Tu as bien travaillé.

C’est une très belle maison

Tu as travaillé très bien

Heureusement, il a eu du succès.

NB Een bijwoord heeft maar één vorm !!!!!! 

Er is dus geen verschil tussen ev/mv mnl/vrwl

Vorming van het bijwoord

Een bijv. nw eindigend op een klinker:  -ment erachter

• voorbeeld: vrai >>>> vraiment

"Il parle vraiment deux langues!"

Vorming van het bijwoord

Een bijv. nw eindigend op een medeklinker:  

Zet het bijv. nw in het vrouwelijk en dan -ment erachter

• voorbeeld: heureux --> heureuse --> heureusement

"Heureusement, c'est le week-end!"

Vorming van het bijwoord

Een bijv. nw eindigend op –ent of –ant :

--> ent  krijgt emment            évident --> évidemment

   

--> ant krijgt  amment            constant --> constamment

Pas op de uitzondering: Lent --> Lentement

Bijzondere gevallen

bon                         -->          bien

meilleur                -->          mieux

mauvais               -->          mal

long                       -->          longtemps

rapide                   -->          vite/rapidement

gentil                    -->          gentiment

Je gebruikt een bijwoord als het iets zegt over een werkwoord

1. waar
2. niet waar

Wat is het juiste antwoord?
J'ai _______(vrai) besoin de l'argent

1. vraie
2. vraiement
3. vrai
4. vraiment

Wat is het juiste antwoord?
C'est un _______ livre.

1. mauvaise
2. mal
3. mauvais
4. mals

Wat is het juiste antwoord?
Pouvez-vous parler plus ______(lent) s.v.p.?

1. lent
2. lentment
3. lente
4. lentement

En nu zelf oefenen

www.talenwijzer.com

Au travail!